De steenman rijdt al duizend jaar op zijn paard over het pad. Hij weet de weg al te goed. Hij kent de weg niet. Hij wil wel eens afslaan, inslaan op het landschap, zijn zoon raden, een arm snel afhakken, het toeval hardop aanspreken op straat.
De steenman rijdt al duizend jaar op zijn paard over het pad. Hij weet de weg al te goed. Hij kent de weg niet. Hij wil wel eens afslaan, inslaan op het landschap, zijn zoon raden, een arm snel afhakken, het toeval hardop aanspreken op straat.