Hugo Bousset schreef in 1983 een dissertatie over ‘Het boek Alfa’. In 1988 geeft hij bij de Bezige Bij uit het boek ‘Lezen om te schrijven’, waarin hij zijn dissertatie uitbreid. Ik citeer een aantal bladzijden uit zijn Bijlage 1; ‘Geometrie en mysterie van Alfa tot Journal Brut’.Ik was het boek kwijt, vond het weer in een kringloopwinkel! En hier is het. III ‘Waarom aarzelen voor ik het Grand Oeuvre aanpak? Maar het is Ivo Michiels zelf die vlak voor de uiteindelijke bevrijding de vervolmaking, in de reeds vermelde tekst XII een laatste keer pijn uitstoot, pijn om een seksuele frustratie met An, pijn om haar vreemde dood, pijn om een gruwelfilm voor zijn kinderogen, en hij weet al snel: laat ons leven alsof er een God bestaat! We moeten het leven dromen; onze droom be-leven en schrijven hoe we dat droomleven hebben beleefd. We moeten ons eigen huis, ons eigen Vlaanderen maken: An wordt dan de eeuwig wachtende die roerloos de aarde in leven houdt; en wat het heelal wordt, kunnen we uiteindelijk lezen in het schitterende deel van het boek: ‘Sokkel, Grand Oeuvre’. De structuur ervan wordt bepaald door de alchimie en weerspiegelt bovendien de compositie van de hele ‘Journal Brut’, zoals ik in de inleiding tot die cyclus al even heb aangeduid. De derde der tien teksten die ik daar heb afgedrukt, is de scharnierende tekst tussen de eerste drie en de laatste zeven teksten, die alle tien samen het scharnierende deel tussen de eerste drie en de laatste zeven boeken van de ‘Journal Brut’- cyclus vormen. In de tweede tekst worden de zeven stoffen en metalen van de ‘kosmische’ alchimie gegeven, die dus de laatste zeven teksten van de sokkel en de laatste zeven boeken van de cyclus bepalen. Hieronder volgt een concordantietabel tussen de alchimistische stoffen en metalen en de interpretatie die Ivo Michiels eraan geeft: (1) materia prima ongevormde materie/beding (2) aqua vitae water/bron van leven (3) sulfur vuur/zuivering en regeneratie (4) arsenicum kleur (5) marcasita vorm/licht (6) aurum goud/ absolute perfectie (7) vitrum diamant/ onsterfelijkheid’ ( bladzijde 553-554)