Verder met Baricco’s ‘De barbaren’. ‘Kijk, het is niet een probleem van inspanning, van angst om zich in te spannen, van slapheid. Ik zeg het nog een keer: voor Monsieur Bertin was die inspanning een genoegen. Hij had het nodig om zich moe te maken, door die ’tour de force’ voelde hij zich groots, en zelfverzekerd. Maar wie zegt dat voor ons hetzelfde moet gelden? En trouwens, een paar keer naar de Negende luisteren of tien keer naar Wagner luisteren is één ding, maar dat je Adorno zou moeten lezen voordat je naar het concert kunt gaan is iets anders. Die inspanning is een soort gewijd symbool geworden, en een vreselijk juk dat men moet dragen. Maar waarom? Gaat in deze burgerlitanie niet de simpele intuïtie verloren dat de toegang tot het hart van de dingen een kwestie van genoegen, van intens leven, van emotie was? Zou het niet geoorloofd zijn te doen alsof het nu ook weer zo was? Zou het niet juist zijn om aanspraak te maken op een soort inspanning die genoeglijk is voor ons, net zoals die inspanning genoeglijk was voor Monsieur Bertin? Dus hebben de barbaren de horizontale mens bedacht. Zoiets moeten ze gedacht hebben: als ik nu eens al die tijd, al die intelligentie, al die toewijding gebruik om over de oppervlakte te reizen, over de huid van de wereld, in plaats van die vervloekte diepte in te moeten? Het zal toch niet zo zijn dat die bewaakte betekenis van de Negende niet zichtbaar zou worden als je haar vrij zou laten ronddwalen door het bloedvatenstelsel van de kennis? Zou het niet kunnen dat hetgeen daar binnen levend is, het deel is dat horizontaal kan reizen, over de oppervlakte, en niet het deel dat roerloos in de diepte rust? Ze zagen het model van de ontwikkelde burger voor zich, gebogen over zijn boek, in het halfduister van een salon met gesloten ramen en beklede wanden – en die burger hebben ze instinctief vervangen door de surfer. Een soort sensor die de betekenis najaagt waar die levend aan de oppervlakte te vinden is, en hem overal volgt in de geografie van het bestaande, met angst voor de diepgang als ware het een rotskloof die nergens toe leidt behalve tot vernietiging van beweging, en dus van het leven. Denk je dat zoiets niet inspannend is? Natuurlijk wel, maar dat is een inspanning waar de barbaren voor gemaakt zijn: het is een genoegen voor ze. Het is een gemakkelijke inspanning. Het is de inspanning waarbij ze zich groots voelen, en zelfverzekerd. Mister Bertin. Het idee van de surfer. Zal ik je eens wat zeggen? We zouden ertoe moeten komen te denken dat het geen manier is om de spirituele spanning van de mens weg te vagen, en zijn ziel te vernietigen. Het is een manier om het romantische, burgerlijke, negentiende-eeuwse begrip van dat idee te overstijgen. De barbaar zoekt de intensiteit van de wereld, net zoals Beethoven daarnaar op zoek was. Maar daarvoor heeft hij zijn eigen wegen, die voor velen van ons ondoorgrondelijk of schandalig zijn. Ben ik duidelijk geweest? Eigenlijk bestaat er best een goede reden om de ziel af te schaffen, of in elk geval de ziel die wij nog steeds koesteren. Het is geen onmogelijke gedachte, dat zou ik tot je door willen laten dringen. En daarom zal ik in de volgende aflevering een ander goede reden schetsen om Monsieur Bertin af te schaffen. Die heeft te maken met het lijden, en met de oorlog.'(bladzijde 137-138)