Baricco; de barbaren. De film is voor Baricco net zoals tv, video, videogames ‘bijna een samenvattend en totemistisch symbool van de barbaarse werkwijze: hoe je een snel waarneembare eenheid in een baan kunt brengen langs punten die onderling zo verschillend zijn. Denk alleen al eens aan het gezichtspunt, de hoek waarin de camera wordt neergezet: hoe slaag je erin dat heen en weer huppen naar verschillende punten, die in de ruimte verspreid zijn, te transformeren tot één (jouw) blik? Niemand kijkt zo in het echte leven. Maar in de film kijken we wel zo. En dat voelt heel natuurlijk. Die natuurlijkheid vergt een zekere versluiering van de intelligentie: het spectaculaire kenmerk van de film (in dit geval de montage) is de kunstmatige doping die deze natuurlijkheid voortbrengt. De spectaculariteit biedt ruimte voor de baan die vervolgens de betekenis produceert: eerst versluiert hij die en vervolgens verlicht hij die weer.[….] De film als prototype van elk doorgangssysteem. Een propedeutische cursus over de architectuur van de barbaren.’ Na de film een kort intermezzo, een belangrijk stukje over nostalgie. ‘Je kunt niets van de barbaren begrijpen als je niet begrijpt dat ze de beschaving waaruit ze zijn weggeglipt nog altijd met zich meedragen als een soort moederland dat ze niet waardig zijn geweest. De nostalgie die de vis koestert naar de tijd dat hij nog op het land leefde. Echt waar: in elke barbaarse triomf zoek je altijd ‘de nostalgie’. En misschien zelfs een subtiel schuldgevoel. Vreemde aarzelingen, kleine gebaren, onverwachte concessies aan de diepgang, kinderlijke plechtigheden. De mutatie is pijnlijk – dus nog altijd onvolmaakt, en onvoltooid.'( bladzijde 154-155) Morgen over synthetische sequenties.