Baricco is op dreef. Let op de vragen die hij stelt. Ook later in het artikel. Zou de opkomst van de democratie een van de eerste signalen zijn van de komst van de barbaren? Kijk naar de kenmerken van de democratie en het zou zo maar waar kunnen zijn. In een democratie gaat de macht niet naar de beste, de nobelste, slimste maar naar degene met de meeste links, de meeste stemmen. In een democratie is de legitimatie horizontaal geregeld; de instemming van de burgers is noodzakelijk. De geschiedenis van de macht speelt aan de oppervlakte. Het gaat om actuele feiten niet om diepgang. In een democratie gaat het om de middelmatigheid; men streeft namelijk naar de grootst mogelijke instemming. In een democratie wordt de macht om de paar jaar opgegeven. Dynastieën of dictators konden eeuwen of tientallen jaren heersen. Baricco; ‘Is dit niet allemaal bijzonder barbaars? Wat zou dat te betekenen hebben? Het zal toch niet toevallig zo zijn dat de democratie een van de ontstaansredenen van de barbaarse beschaving is, een van de broedplaatsen ervan? Of is dat enkel een optische illusie?’Baricco geeft toe dat de vraag bijna niet te bevatten is. Ik citeer de laatste alinea van dit artikel en je ziet dat de barbaarsheid dichtbij is, heel dichtbij.’En dan het tweede voorbeeld, het laatste, dan stop ik ermee. Dat gevoel dat de democratie intussen alleen nog maar een techniek is die loze rondjes draait, en slechts één werkelijk herkenbare waarde prijst, dat wil zeggen: zichzelf. Ik weet niet of dat mijn perverse manier van denken is, of een gevoel dat door veel mensen wordt gedeeld. Maar je wordt tegenwoordig wel heel vaak bevangen door de twijfel dat zelfs de principes van vrijheid, gelijkheid en solidariteit die de basis vormden voor het idee van democratie bij wijze van spreken naar de achtergrond zijn gegleden, en dat de enige daadwerkelijke waarde van de democratie de democratie zelf is. Wanneer individuele vrijheden worden beperkt in naam van de veiligheid. Wanneer morele principes worden afgezwakt om, met de oorlog, de democratie te exploiteren. Wanneer de complexiteit van de politieke overtuiging wordt gecentraliseerd in de tegenstelling tussen twee polen die in feite vechten om een handvol weifelaars in het midden. Is dat niet een triomf van de techniek boven de principes? En lijkt dat niet verbluffend veel op diezelfde mogelijke barbaarse vervoering die dreigt een eenvoudige techniek heilig te verklaren en te verheffen tot een godheid die leunt op een inhoudelijke leegte? Kijk de democratie en de barbaarsheid eens recht in de ogen: je zult er dezelfde neiging in aantreffen om volmaakte mechanismen te worden die herhaaldelijk in werking treden zonder iets anders dan zichzelf te produceren. Klokken die perfect werken, maar die geen enkele wijzer verplaatsen.'( bladzijde 168-169) Morgen verder.