W.G. Sebald over Ernst Herbeck. Vervolg. ‘De op wonderbaarlijke wijze uit de hoge hoed tevoorschijn gehaalde haas is zonder enige twijfel het totemdier waarin de schrijver zichzelf herkent. De aangeboren hazenlip, waaraan hij meermalen is geopereerd en die als premorbide handicap waarschijnlijk een belangrijke rol heeft gespeeld in het ontstaan en de bijzondere ontwikkeling van Herbecks schizofrenie, is een kenmerk van zijn identiteit; Herbeck ziet dit letsel als iets dat er al lang vóór zijn kindertijd was. Als hem op een keer wordt gevraagd over ‘Het embryo’ een gedicht te schrijven, dan vergeet hij dat vreemde woord en in plaats daarvan noteert hij de volgende regels over een ongeboren fabeldier met de naam empyrum, waarmee hij zich meer verwant voelt. Heil onze moeder! Een groeiend kind in de buik van zijn moeder. Toen ik een empyrum was, heeft zij mij geopereerd. Ik kan mijn neus niet vergeten. Arm empyrum. Gisela Steinlechner heeft in haar onderzoekingen naar het werk van Ernst Herbeck als eerste een poging gedaan de pre-existentiële traumatisering te beschrijven die voor het beschadigde subject later zijn eigen mythe werd. Ze beriep zich daarbij onder meer op een passage in de drie pagina’s lange ‘zelflevensbeschrijving’ die Herbeck omstreeks 1970 heeft gemaakt en waarin hij vertelt hoe hij op elfjarige leeftijd in een padvindersgroep zat onder leiding van een hopman die Meier heette, hij zat bij de duiven, in tegenstelling tot de anderen, die bij de adelaars en de herten zaten. De padvinders zijn een van de laatste in totemgroepen opgedeelde verenigingen van mensen, maar toch is dat curieuze feit op zichzelf misschien minder belangrijk dan het uiterst merkwaardige woord ‘Thierenschaft'(dierschap), dat Herbeck in zijn slechts enkele regels tellende padvindersherinnering in een volkomen ongrammaticaal verband gebruikt en dat met die stomme ‘h’, die allang uit de spelling is verwijderd, doet denken aan een tijd voordat de mens kon spreken. Omdat in de zogenaamde geestesziekten regelmatig weer denk- en ordeningsstrategieën tevoorschijn komen die ver teruggaan in de geschiedenis van onze soort, is het, om erachter te komen wat Herbeck bedoeld heeft, allesbehalve verkeerd om terug te grijpen op de grondregels van de totemistische verbeelding.'( bladzijde 179-180-181) Morgen verder.