De hommage voor Ernst Herbeck vordert. Binnenkort een foto van de nieuwe leesplaat. Nu ga ik een voor mij heel belangrijk essay van Stefan Hertmans ‘inlijsten’; het gaat over het waarom van lezen. Waarom ben ik de hommages aan het maken? Waarom die aandacht voor het lezen van anderen? In het essay ‘Eelt op de blik’ gaat Hertmans daar op in. Ik heb in dit weblog al wat meer geciteerd uit dit artikel maar nu dus helemaal. Te belangrijk. ”Ce que je goûte dans un récit, ce n’est donc directement son contenu ni même sa structure, mais plutôt les éraflures que j’impose à la belle enveloppe, je cours, je saute, je lève la tête, je replonge,’, zegt Roland Barthes op een gegeven ogenblik in ‘Le plaisir du texte’. In de vertaling van Frans van den Pol: ‘Waar ik in een verhaal van houd, is dus niet zonder meer de inhoud, zelfs niet de structuur, maar veeleer de schrammen die ik op het mooie omhulsel aanbreng: ik ren, ik spring, ik kijk op, ik duik er weer in.’ Waarom schrammen – met een juister, ouderwetser woord: schaafwonden? Roland Barthes is niet de eerste en wellicht ook niet de laatste auteur die de tekst vergelijkt met een raakvlak, een oppervlak waarlangs en schuivende beweging plaatsvindt die allerlei lichamelijke connotaties in zich draagt,zelfs die van de erotische aanraking: het lezen. Het resultaat van dit contact tussen het stille vlak en de bewegende blik kan blijkbaar ook schaafwonden veroorzaken. Deze lichamelijke ervaring van iets wat we ten slotte slechts met de blik raken, bergt een sensatie in zich die teruggaat naar de ervaring van de lichamelijke aanraking. wat raken de ogen aan in de tekst, dat ze de gedachte aan geschaafde huis kunnen oproepen? In de visie van Barthes is niet zozeer de beweging erotisch, maar is het dat ‘corpus textualis, een erotisch verhuld lichaam van tekst zelf, dat geschaafd raakt; ik breng ‘la belle enveloppe’, het erotisch lichaam, schade toe met mijn lezende ogen. Als de bedrukte pagina aan een huid herinnert die ik kan schenden door mijn aanraking, beeldspraak voor mijn blik, als deze tekst herinnert aan een kwetsbare illusie – de verpakking, de omhulling – wat zit er dan achter die denkbeeldige huid verborgen, wat zit er in de verpakking, in de illusie van het oeroude stilistisch realisme?’ ( Bladzijde 388-389, uit ‘Het putje van Milete’ van Stefan Hertmans) Morgen verder.