met Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’. ‘Geh,deine Stunde/hat keine Schwestern,du bist -/bist zuhause. Ein Rad,langsam,/rollt aus sich selber,die Speichen/klettern[…]/Jahre./Jahre,Jahre,ein Finger/tastet hinab und hinan[…]/Kam,kam./Kam ein Wort,kam,/kam durch die Nacht,/wollt leuchten,wollt leuchten./// Va,ton heure/n’a nulle soeur,tu es -/es de retour. Une roue,lentement,/tourne par elle-même,les rais/grimpent,[…]/Années./Anées,années,un doigt/touche du haut vers le bas[…]/Vint,vint./Vint une parole,vint,/vint à travers la nuit,/voulut luire,voulut luire./// Ga,jouw uur/heeft geen zusters,jij bent -/bent weer thuis. Een rad,langzaam,/rolt uit zichzelf,de spaken/klimmen[…]/Jaren./Jaren,jaren,een vinger/tast omlaag en omhoog[…]/Kwam,kwam./Kwam een woord,kwam,/kwam door de nacht,/wou schijnen,wou schijnen.(54)/// En verderop in hetzelfde gedicht – dat ik dus moet versnijden en dat door deze coupures wordt onderworpen aan mateloos geweld,aangezien daardoor niet alleen het lichaam van de zang wordt verwond,maar vooral het ritme van zijn eigen cesuren;zij snijden in de insnijdingen,wonden of littekens,ja zelfs de hechtingen waarover uitgerekend dit gedicht spreekt,dat al in het brandpunt van zovele lezingen heeft gestaan – verderop dus de as,herhaalde as,as van as,nacht in de nacht,nacht en nacht. Maar slechts in déze taal roepen deze beide woorden(Asche,Nacht) elkaar met een dergelijk schrikwekkende echo toe:/// Asche./Asche,Asche./Nacht./Nacht-und-Nacht./// Cendres./Cendres,cendres./Nuit./Nuit-la-nuit./// As./As,as./Nacht./Nacht-en-nacht./// We hebben de herdachte datum en de datum van de herdenking,de herdenkingsdatum. Maar hoe zijn die vandaag de dag,op dit uur,te onderscheiden van een verjaardag? Hoe moet ik de datum waarover het gedicht spreekt onderscheiden van de datum van het gedicht,hier en nu schrijvend,om te herinneren aan dat ander hier en nu dat een ander was,zij het als het ware op dezelfde datum? Als het ware:niet zozeer omdat dit uur,vandaag,deze datum,dit gedateerde hier-en-nu niet strikt hetzelfde is,alleen maar analoog aan het andere,maar omdat de oorspronkelijke datum,als gecodeerde markering van het andere hier-en-nu, reeds een soort fictie was,die de singulariteit slechts reciteerde in de fabel van conventies en algemeenheden,of althans iterabele markeringen. Waarlijk;as. Als de vermelde,herdachte,gezegende,bezongen datum de neiging heeft samen te vloeien met zijn weerkeer in de vermelding,de herdenking,de zegening,de zang,hoe kunnen we bij een dichterlijke signatuur dan onderscheid maken tussen de constatieve waarde van een bepaalde waarheid (toen-en-toen heeft dat plaatsgevonden) en het andere bestel van de waarheid,dat we zouden moeten associëren met de dichterlijke performativiteit(ik onderteken dit,hier en nu,op deze datum)? Is een datum waar? Wat is de waarheid van die fictie,de niet-ware waarheid van die waarheid? Hier,dit,nu,vormen een sjibbolet. Dit is – sjibbolet.'(bladzijde 83-84-85 uit Jacques Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’) Wordt vervolgd.