deel van het artikel van Kiene Brillenburg Wurth ‘Berichten uit een schriftloze samenleving’. ‘Overschrijven,dat is niet alleen:overdrijven(opdrijven) en bedekken,maar ook overdenken,het schrift opnieuw denken. Dakota overdenkt het schrift via de code van de onherhaalbaarheid. Of deze code inderdaad ooit een historisch bewustzijn voortbracht blijft vooralsnog onbeslist(de geboorte van het historisch bewustzijn uit het lineaire schrift is zelf het product van een nieuwe mythologie die door denkers als Flusser en Marshall McLuhan in gang is gezet). Maar als Dakota het schrift overschrijft,dan maken de literatuur en film van de laatste vijftien jaar ons inderdaad bewust van de mogelijkheid van de uitwisseling van het schrift als de motor van een lineair,historisch bewustzijn. Kijk naar films als Christopher Nolans ‘Memento’, romans als ‘The Rave Shark Texts’ van Steven Hall,of ‘Travels in the Scriptorium’ van Paul Auster,waarin personages ronddolen zonder herinneringen en zichzelf maar heel tijdelijk met geschreven reminders in stand kunnen houden. In deze werken is het handschrift machteloos tegenover de vergetelheid:het schrift borgt weliswaar nog steeds een historisch bewustzijn,maar het gaat om niet-blijvende herinneringen,herinneringen die steeds weer worden gewist door een ander heden,een andere verbinding. Misschien laten dit soort amnesische personages(die gebruik maken van ‘analoge’ technologieën zoals het handschrift en polaroidfotografie om niet steeds weer in een onbegrijpelijke herhaling van de ervaring te vervallen) zien wat het is – om met Hegel te spreken – om te worden wat men niet langer is. Om een heden zonder verleden te hebben,een nieuwe wereld te zijn ingetreden. Dat is een heden waarin het schrift (weer)beeld is geworden:twee-dimensionaal en gelijktijdig. Deze wederkerigheid van schrift en beeld is in Memory Palace mooi verbeeld. Het boek is gemaakt met twintig illustratoren en grafisch ontwerpers (onder wie Peter Bil’ak en Erik Kessels). Elk beeld roept een deel of een interpretatie van het verhaal op en geeft daarmee diepte en gelijktijdigheid aan de leeservaring. De illustraties zijn tentoongesteld in het Victoria & Albert Museum. De curatoren noemen het geheel een ‘walk-in novel’. Het lezen van zo’n roman is fysiek en non-literair – zoals een wandeling door een museum niet noodzakelijk een lineaire ervaring is. Nog lang niet voorbij het schrift is deze roman toch een effect van het digitale tijdperk. Want als het boek er niet meer is om informatie te verspreiden,zo wordt Irma Boom in het nawoord aangehaald,dan is het boek er om iets anders te verspreiden. Misschien is dat wel de toekomst.’Tot zover Kiene Brillenburg Wurth. Met dank.En nu nadenken,nadenken en nadenken.