een gedicht van Paul Celan. Uit ‘Die Niemandsrose’. ‘ERRATISCH/// Die Abende graben sich dir/unters Aug. Mit der Lippe auf-/gesammelte Silben – schönes,/lautloses Rund-/helfen dem Kriechstern/in ihre Mitte. Der Stein,/schläfennah einst,tut sich hier auf:///bei allen/versprengten/Sonnen,Seele,/warst du,im Äther.’ (uit ‘Paul Celan Die Gedichte’. Herausgegeben und kommentiert von Barbara Wiedemann. Bladzijde 138) En nu Rudi Fuchs ‘Staat van ervaring’. Vervolg. ‘Nu kijk ik ernaar en het is of het ene gordijn na het andere wordt opengetrokken naar het licht dat diep in de compositie gloeit en straalt. Dat is het grote wonder. Het wonderbaarlijke in kunst is,dacht ik toen,dat zij in deze eeuw van nieuwe wetenschap en nieuwe techniek en nieuwe ideologie de standvastigheid van het voorzichtige en aandachtige handwerk bewaard heeft. Die handwerkelijkheid waarin de kunstenaar zeer dicht bij zijn materiaal en zijn ervaringen blijft,leidt tot unieke inzichten. De onpeilbaar spannende ruimtelijke staat van ‘Victory Boogie-woogie’ is door geen enkele wetenschappelijke of literaire beschrijving van ruimte te vervangen. Wat in dit schilderij gebeurt,kon alleen gebeuren door Mondriaans geduldige en vasthoudende ploeteren, ter plekke en op het moment van het maken;er ging geen filosofische constructie of zoiets aan vooraf waarvan het schilderij dan de getrouwe weergave zou zijn. Deze tentoonstelling zou daarover kunnen gaan. Toen was ik een stuk opgeschoten. Het was als gevolg van de abstracte kunst,denk ik,dat er in de beeldende kunst onzekerheid is gekropen over wat een kunstwerk dan eigenlijk is:wat het voorstelt en hoever het kan doorgaan met zichzelf bezig te zijn. In de theoretische traktaten uit de tijd van de klassieke figuratieve kunst gaat het nooit over zulke ontologische vraagstukken;die spreken vooral over kundigheden en regels:hoe een perspectief te construeren, hoe een landschap fraai te stofferen,hoe een historiestuk te componeren. Die klassieke kunst heeft het alibi van de afbeelding;los van de manier waarop iets geschilderd is,is er altijd de betekenis van de afbeelding. Maar natuurlijk heeft Rembrandt met zijn ervaring net zo geploeterd als Mondriaan om een compositie goed in elkaar gezet te krijgen;dat proces van constructie kunnen we volgen in veel van zijn tekeningen. Toch was voor hem het veld van twijfel kleiner. Als hij begon met een schilderij was het onderwerp al gegeven;en dat onderwerp gaf in ieder geval enig focus aan zijn bemoeienissen. Naarmate echter het onderwerp onbestemder is,of geen eigenlijk gewicht heeft,verdwijnt ook dat focus. Een klassieke schilder kreeg over het algemeen opdracht om een bepaald onderwerp uit te beelden. Maar Cézanne heeft zelf verkozen om de Mont Sainte-Victoire te gaan schilderen. Waarom? Laten we zeggen dat de aanblik van de vorm van de berg hem interesseerde. Waarom? Eerst had hij andere landschappen geschilderd,anecdotischer en gevarieerder in scenografie.'(bladzijde 161-162 uit ‘Rudi Fuchs tussen kunstenaars, een romance’) Wordt vervolgd.