met ‘Oog en geest’ van Merleau-Ponty. ‘Het idee van een universele schilderkunst,van een totalisering van de schilderkunst,van een geheel verwerkelijkte schilderkunst,is zinloos. Al zou de wereld nog miljoenen jaren voortbestaan,voor de schilders,als die er dan nog zijn,zal ze nog steeds te schilderen zijn,ze zal eindigen zonder ooit voltooid te zijn. Panofsky laat zien dat de ‘problemen’ van de schilderkunst,die welke haar geschiedenis richting geven,vaak via een omweg worden opgelost,niet in de lijn van de onderzoeken die ze in eerste instantie hadden gesteld,maar integendeel,wanneer de schilders ze op de bodem van de impasse lijken te vergeten,door iets anders worden aangetrokken en ze dan plotseling op een volledig andere weg terugvinden en de hindernis overwinnen. Deze heimelijke historiciteit die in het labyrint door omwegen,overtredingen,inbreuken en plotselinge doorbraken vooruitkomt,betekent niet dat de schilder niet weet wat hij wil,maar dat datgene wat hij wil zich vóór de doelen en de middelen bevindt en van bovenaf al onze nuttige activiteit stuurt.'(bladzijde 61-62 uit ‘Oog en geest’ van Maurice Merleau-Ponty) Wordt vervolgd. Verder met Cantos 82 van Ezra Pound. ‘dat Mr Tancred/ (van de Jeruzalem- en Sicilië -Tancreds)tegen Yeats zei:/ ‘Als u voor ons eens één van uw volmaakte/ uitgelezen/ verzen/ wilde zeggen’/ en eeuwig jammer dat Dickens de tweede keer stierf/ toen Tancred verdween/ en toch was Fords conversatie nog beter,/ daar ze uit res bestond,non verba,/ in weerwil van Williams’ bewering,als zou Fordie/ nooit een idee omwille van een frase hebben verminkt/ en had meer humanitas (Chinees karakter) jen/ (Kythera Kythera)/ Met Dirkè scheepgegaan op een bark/ Wees blij arm beest, liefde volgt je/ Tot de krekel opspringt:/ maar niet tsjirpt in het zaaiveld/ 8ste dag van september/ f f/ d//// g/ schrijven de vogels,schelle tonen/ Tereus! Tereus!/ er is geen rechtvaardige oorlog in ‘Lente en Herfst’/ d.i., volkomen juist aan de ene of de andere kant,/ het totale gelijk aan een van beide zijden van de strijdlijn/ en het nieuws is lang onderweg/ en sijpelt slechts traag/ door ondoordringbare/ kristallijne,niet te verwrikken’ (bladzijde 111 uit ‘Ezra Pound 15 Cantos’ vertaald en verzorgd door H.C. ten Berge) Wordt vervolgd.