met een aantal aantekeningen van Elias Canetti uit ‘Slotsom’. ‘Wat gebeurt er met de woorden die je te vaak hebt gebruikt? Moeten ze zich herstellen van je?’ (blz. 68) ‘Van welke geesten houd je zoveel dat je niet alles van hen durft te lezen?’ (blz. 68) ‘Platgedrukte woorden ,als bewapening. daarin op en af,op en af:filosofen.’ (blz.68) ‘De paar eigenzinnige mannen die het wereldbeeld bepaald hebben. Hun rancune. Die wordt onherkend doorgegeven.’ (blz. 69) ‘Aan tafel,die ze heeft gevonden.- Zal ze de kamer binnenkomen? Zal ze zeggen:Ik ben het.-Waar ben je geweest?-Ik weet het niet.-Je bent niets veranderd.-Is het dan zo lang geleden?-Heel lang,en alsof het gisteren was omdat je er nu bent.-Ik ga,dan blijft het langer.-Blijf! Blijf!-Nooit.-Waar ben je?-Weg.-Wijs me de weg.-Er is er geen.-De deur!-is gesloten.-Je ziet haar.-Ik zie niets.-Kun je me zien?-Wie ben je?’ (blz.70) Wordt vervolgd.