met het essay van Laura van Grinsven ‘Het spook van Van Gogh’ ondertitel ‘Na de polyloog van Heidegger,Schapiro en Derrida’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Schapiro is van het drietal de enige die de kunstenaar herkent in het werk. Volgens hem is een werk altijd weergave (Wiedergabe) van de expressie van een kunstenaar (ideeën,gevoelens en intenties). Toch is er op zijn benadering veel aan te merken. Schapiro veronderstelt de (volledige) aanwezigheid van de kunstenaar in het werk,zonder deze te problematiseren,of in andere betekenislagen te herkennen. Zijn uitgangspunt dat kunst enkel een weergave van expressies is,is zeer beperkend. De kunstenaar als parergon voegt iets even wezenlijks toe aan al de aspecten die doorgaans met de kunstenaar worden verbonden,zoals expressie,intentie,weergave (Wiedergabe) en biografische gegevens. In navolging van Derrida’s vraag in de polyloog:’Behoren schoenen altijd iemand toe?’ kunnen nu de vragen gesteld worden:is een kunstwerk altijd door een kunstenaar gemaakt? Kan een kunstwerk zijn,zonder een kunstenaar? Werk,kunstenaar en toeschouwer Een kunstwerk zonder kunstenaar als maker is in de hedendaagse kunsten geen vreemd idee. Niet alleen het toeval,maar ook de toeschouwer speelt een belangrijke rol. Men zou kunnen zeggen dat deze in veel gevallen ook de makers van een werk zijn. Dit wordt met name zichtbaar in de relationele esthetiek (Bourriaud) of de participatiekunst(Bishop),waarin het werk niet door een enkele kunstenaar gemaakt wordt (of wel georganiseerd en begeleid),maar tot stand komt in een samenkomst of activiteit van groepen. Zonder participanten is er geen werk. Zij vormen het materiaal van het werk. Toch kan de kunstenaar als oorsprong,initiator of bedenker niet genegeerd worden. Tijdens een optocht in Manchester reed ‘Valerie’s Snack Bar'(2009) mee – een replica van een lokale Manchester ’tea room’ – op wielen geplaatst en voor iedereen toegankelijk. Het grote verschil met een gangbare praalwagen was dat de wagen door kunstenaar Jeremy Deller (1965) samen met buurtbewoners was gemaakt. Deller had anderhalf jaar aan de optocht gewerkt (Procession,2009) met vele verschillende clubs en verenigingen. Daaruit kwam niet alleen de ‘Snack Bar’ voort,maar ook andere banners en wagens. Twee jaar later werd de ‘Snack Bar’ netjes het kunstinstituut (museum) binnengehaald en in een overzichtstentoonstelling ‘Joy in People’ getoond (Hauward Gallery, Londen,Wiels,Brussel en The Institute of Contemporary Art,Philadelphia 2012).'(bladzijde 239-240) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van daniil charms uit ‘ik zat op het dak’. ‘Peter liep door bos en wei./Liep en liep en weg was hij./’Nou,nou,nou,’ zei Neuteboom,/’Droom ik? Nee,het is geen droom.’/En hij keek en zag een gat,/zag dat daarin Peter zat./Neuteboom kroop naderbij./Kroop en kroop en weg was hij./Peter zegt met open mond:/’Ik ben vast niet goed gezond./Kijk ik – weg is Neuteboom./Droom ik? Nee, het is geen droom.’//[1936-1937]'(bladzijde 289) Wordt vervolgd.