met het essay van Ernst van Alphen ‘Affecten’ ondertitel ‘Bacon via Deleuze en Deleuze via Bacon’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘De zintuiglijke respons bestaat niet uit reacties die zich proportioneel tot de stimuli verhouden. Ze werken eerder als kettingreacties. De reactie van het ene zintuig werkt als een stimulus op weer een ander zintuig. Dit leidt ertoe dat de zintuigen op hol slaan omdat de zintuigen niet los van elkaar opereren,maar samen een groot zintuiglijk orgaan vormen:het lichaam zonder organen,in de woorden van Deleuze. De figuren in Bacons schilderijen,maar ook de toeschouwers ervan,worden geraakt,verwond en vervormd door de affecten die in de perceptie van representatie geproduceerd worden. Dit brengt mij tot slot opnieuw terug bij mijn eerste stelling dat Bacons werk niet alleen een esthetica van het creatieve proces bevat,maar ook een esthetica van receptie:de figuren in zijn werk kunnen gezien worden als allegorieën voor de kijker die geraakt wordt door affecten. Deze dynamiek,op het canvas tot materie geworden,toont aan dat perceptie niet zozeer een proces is waarmee de kijker zijn omgeving beheerst,maar een proces waardoor het lichaam desintegreert. Zijn schilderijen brengen datgene teweeg waar ze over gaan en wat ze laten zien.'(bladzijde 43-44) Dit was het essay van Ernst van Alphen. Ik ga verder met dit ‘Ondertiteling’- project bij mijn hommages. Nu het essay van Aukje van Rooden ‘De kunst is dood,leve de kunsten!’ ondertitel ‘Over de enkelvoudigheid en meervoudigheid van kunst’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘De kunst en de kunsten Hoewel hun activiteiten zeer verschillend zijn,vallen die van de romanschrijfster,jazzpianist,en landschapschilder allemaal onder de categorie kunst. Hun werken mogen hoger of lager,professioneler of amateuristischer,klassieker of populairder zijn,zij maken allemaal deel uit van wat de kunstwereld wordt genoemd. En als leden van deze kunstwereld zullen schrijvers,muzikanten en schilders zich ook in elkaar herkennen. Dat is niet altijd zo geweest. Van oudsher werden verschillende kunstvormen wel met elkaar vergeleken – Horatius’ beroemde ‘Ut pictura poesis’,’poëzie is als schilderkunst’,is hier een voorbeeld van -,maar pas sinds de achttiende eeuw worden zij ook daadwerkelijk tot hetzelfde domein gerekend.'(bladzijde 17) Wordt vervolgd. Nu weer een citaat uit ‘Het blauwe schrift’ van daniil charms’ verzamelde werk ‘ik zat op het dak’. ‘4 Sinds mensenheugenis denken de mensen erover na wat intelligentie is en wat domheid. In verband hiermee herinner ik me het volgende voorval. Toen mijn tante mij een bureau cadeau deed,zei ik tegen mezelf:’Goed,ik ga achter mijn bureau zitten en de eerste gedachte die ik aan dit bureau voortbreng,wordt een buitengewone intelligente.’ Maar ik wist geen buitengewoon intelligente gedachte voort te brengen. Toen zei ik tegen mezelf:’Goed. Het lukt me niet een buitengewoon intelligente gedachte voort te brengen,dan breng ik een buitengewoon domme voort.’Maar ook een buitengewoon domme gedachte voortbrengen lukte me niet.'(bladzijde 352) Wordt vervolgd.