met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘In 1946,vroeg in zijn huwelijk met de Amerikaanse Agnes Magruder,reisde Gorky met zijn gezin naar het zomerhuis van zijn schoonouders in Virginia. Daar werd hij gegrepen door de gelijkenis tussen de bloemen die hij zich herinnerde uit zijn geboortegrond in Turkije,vanwaar hij en zijn moeder om godsdienstige redenen waren gevlucht. Als kunstenaar was hij eerst slaafs toegewijd geweest aan de Parijse School,en aan Picasso in het bijzonder. ‘Als Picasso druppelt,druppel ik ook.’ Maar hij tekende en schilderde de velden die hem zo hadden geraakt door hun gelijkenis met de velden uit zijn geboorteland. Dus in zekere was zijn ‘oorspronkelijke creatieve principe’ Turks-Amerikaans,precies zoals Motherwell had gezegd. Gorky werd een van de eerste leden van de New York School. In 1912 werd Marcel Duchamp door zijn broers,leden van een groep kubisten die de door de beweging verheerlijkte wiskunde heel serieus namen,gedwongen een schilderij terug te nemen van een kubistische tentoonstelling in Parijs,omdat het er niet zou passen. Dat schilderij – ‘Nu descendent un escalier no 2’- werd in 1913 tentoongesteld op de Armory Show in New York,en maakte Duchamp beroemd in Amerika. Het probleem was dat hij kubistische technieken gebruikte om de beweging over te brengen van zijn naakt dat de trap afdaalt,wat een bezoedeling was van het zuivere kubisme. De overlappende kubistische vlakken brachten beweging in het schilderij.'(bladzijde 31-32) Wordt vervolgd. En nu weer het vervolg van het verhaal ‘Goedendag,reuzin!’ van Robert Walser uit de bundel ‘De vrouw op het balkon en andere prozastukjes’. ‘Natuurlijk heb je een boel gedachten tijdens je één uur durende mars,je bent dichter en kan daarbij rustig je handen in de zakken van je hopelijk fatsoenlijke overjas houden;je bent schilder en hebt misschien tijdens je ochtendwandeling al vijf schilderijen kant en klaar. Je bent aristocraat,held,leeuwentemmer,socialist,Afrikaspecialist,danser,turner of kroegbaas geweest,hebt vluchtig gedroomd juist nu aan de keizer voorgesteld te worden. Hij is van zijn troon neergedaald en heeft je in een half uur durend,vertrouwelijk onderhoud betrokken,waaraan mogelijk ook zijn vrouw de keizerin deelgenomen heeft. Je hebt in gedachten het stadsspoor genomen,hebt Dernburg zijn lauwerkrans van het hoofd gerukt,bent getrouwd en voorgoed in een dorp in Zwitserland neergestreken,je hebt een speelbaar toneelstuk geschreven – leuk,leuk,voort.Hé daar,wat? Moet dat? Ja,toen heb je je collega Kitsch ontmoet,en toen zijn jullie samen naar huis gegaan en hebben jullie chocolade gedronken.'(bladzijde 17) Dit was het verhaal. Morgen een ander verhaal.