met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Dat brengt me op het algemene verschil tussen de twee disciplines zoals die er nu voor staan. Filosofie is bijna immuun gebleven voor de impact van wat,sinds de jaren zeventig van de twintigste eeuw,’theorie’ wordt genoemd – een grote hoeveelheid van met name deconstructivistische strategieën waardoor bijna alle andere takken van de geesteswetenschappen – antropologie,archeologie,letteren,kunstgeschiedenis,filmwetenschap,enzovoorts – zijn verbogen,als stralen van richting zijn veranderd door de prisma’s aan zienswijzen die voor de jaren zestig nauwelijks zichtbaar waren,maar sindsdien zijn uitgegroeid tot academische disciplines met eigen canons en curricula,te beginnen met vrouwenstudies en ‘black’ studies op de Amerikaanse universiteiten,en zich verder hebben vertakt in allerlei genderstudies en etnische studies – zoals homostudies,’chicano-studies,enzovoorts. Ze werden aangewakkerd door uiteenlopende activistische agenda’s,vind ik dat je mag zeggen,en in het geval van de kunstwetenschap,kunstkritiek en kunstbeoefening hebben die getracht de sociale houdingen te veranderen en te zuiveren van vooroordelen en wellicht onrechtvaardigheden ten opzichte van deze of gene groep, Het deconstructivisme wordt per slot van rekening gezien als een methode om aan te tonen hoe de maatschappij de belangen van bepaalde groepen heeft behartigd en vooropgesteld – van blanke mannelijke groepen bijvoorbeeld of,op een andere schaal,van westerse en Noord-Amerikaanse groepen.’ (bladzijde 172) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Sybren Polet uit ‘Geboorte-Stad’. ‘Daar nu///vliegt hij de stad uit/een prachtige bastaard/ op zijn mens/op zijn luchtige gebotte wind//Hij is gezond/ gezonder/dan water,dan het licht/over het water,ja/dan de toch zo manlijke zon zelf//Wel blaffen alle menselijke bomen hem aan/maar geen wolk die hem bereikt/en geen bloem die dodelijk is. O//een hoofdman over I is hij/zijn gedachten zijn snelle bewoonbare dieseltreinen/al zijn gedachten zijn bewoonbaar/sneller dan het licht dan ik/reist hij met zijn gedachten mee//Vluchtend van het ene land/naar hetzelfde land/redt (blijft) hij zichzelf/mijzelf en hij is gezond/ gezonder/dan water dan de eerste geest van licht/over het water//Daarom/een hoofdman over I is hij./Is hij een hoofdman?/Is een hoofdman over I.’ (bladzijde 35-36) Wordt vervolgd.