met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Door naar de volgende term:het Goede. ‘Al het goede komt van boven,zeggen ze vaak. Zo zie je dat we zelfs in onze woordkeus platonisch zijn. In Afrika bestaat de uitdrukking:”Al het goede komt van onderen.” Dat spreekt mij meer aan. Als je naar de tekening kijkt,zie je boven de oppervlakte een bootje met de naam “Vrijheid” varen. De rest zit onder de oppervlakte.’ Nu pas valt me op dat de tekening zich onder water afspeelt. Al die oesters,parels en vormen van waterplanten – waarom had ik dat niet eerder gezien? Het is verleidelijk de tekening af te doen als een beeld uit het onderbewsute. Dat is misschien niet onjuist,maar daarmee doe je de tekening tekort,want je creëert er een nieuw dualisme mee tussen bewust en onbewust,terwijl de tekening veel meer het lijfelijke,zinnelijke lijkt te verbeelden,ook in ons bewuste bestaan. Bij Kooi komt het Goede niet van boven maar van onderen,uit de aarde,het water,de buik. ‘Klopt. Het water en de aarde laten alles in zich toe,ze zijn eigenlijk heel gastvrij en verwerken dat. Ook al het vuil. Het geloof in het Goede en het Schone worden nogal eens opgevat als een geloof in het “absolute zuivere”. En dat is een geloof in hygiëne. Maar tegenwoordig weten we dat te veel hygiëne leidt tot het disfunctioneren van ons auto-immuunsysteem.’ Je houdt van vervuiling? ‘Nee. Maar ik ben wel voor onzuiverheid. Bij Plato moest de zoektocht naar het Goede,het Schone en het Ware leiden tot de onsterfelijke ziel. Daarmee werd het lichaam een kerker waaruit de ziel bij de dood ontsnapt. Ik houd van dat lichaam,met al zijn openingen en al zijn onzuiverheid. En ik houd van de zinnelijkheid van dat lichaam. Stof die over de huis glijdt – heerlijk.’ Onlangs pleitte René Gude voor invoering van een vierde categorie. Gude:’Naast het Schone,het Ware en het Goede zou ik er het Lustvolle graag uitdrukkelijk aan toevoegen.'(bladzijde 108-109) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’. Het vervolg van ‘(de slaap van de sjamaan is het verdwijnen van een kameleon)’ ‘de kleren van de sjamaan zijn een doodskleed van papier/volgetekend met reizen/van verschietende dromen in een donker gewelf///hij stinkt/zijn vel fladdert om hem heen/de belletjes om zijn heupen rinkelen/om de dood te verleiden tot een dans///de restjes incantatie uit de buik van de sjamaan/zijn voor de zwarte kat die haar pootjes zit te likken/op de gang/de gang van de sjamaan is een doorbraak/aan het eind van een passage/waar licht in valt/de muren zijn er gekroond met trofeeën en blazoenen/en de versterving van verdwenen geslachten heeft verstijfd/achter het blindstaren van het glas///die gang komt uit op een erf waar een haan/de schorre voering tussen nacht en ochtend is/en waar woorden de betekenis krijgen/van een herinnering aan nachtelijke duisternis/aan bewegingen van insecten'(bladzijde 45-46) Wordt vervolgd.