met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Al tekenend breng je ook gedachten op papier,maar dat is in een ander medium. Schrijven is veel sterker een verdubbeling of herhaling van wat er is gebeurd. Elke weergave op schrift wijkt af van de werkelijkheid.’ Dat doet schilderen ook. ‘Schilderkunst heeft altijd de illusie van werkelijkheid weten te wekken,alsof het klopt. Maar de kijker weet ook onmiddellijk dat het schilderij een illusie is,een plat vlak. Dat wilde ik ook bereiken met deze wand. Ik wilde de suggestie vóór zijn,ik wilde iets maken waar je gelijk,en letterlijk,doorheen prikt. De muren,de ramen,de deuren,het dak – alle geveldelen zijn opgebouwd uit verticale lamellen van planken en latten. Afhankelijk van de hoek kijk je er dwars doorheen of juist niet. Door die negen standpunten wisselt het zicht en het licht door de lattenrasters sterk,en dat maakt het interessant om het niet alleen frontaal te zien,maar juist vanuit verschillende hoeken.’ Je wilde de suggestie vóór zijn. Waarom heb je het werk dan niet helemaal virtueel gemaakt? Voor een beetje programmeur is zo’n wand een koud kunstje. ‘Dat is niet waar. Een programmeur kan de ervaring van deze wand niet oproepen. In het kijken vóel je het materiaal,de wand blijft tastbaar. Je wilt hem aanraken. Iedereen die straks deze wand bekijkt,gelooft dat daar een enorme houtconstructie staat en niet een gephotoshopte versie. Zou een programmeur zoiets bedacht hebben,dan zou de ervaring bij de kijker wezenlijk anders zijn. Dat zul je zien als je de tentoonstelling kunt bezoeken.’ Een paar dagen later krijg ik de eerste foto’s opgestuurd,die een goed beeld geven van hoe de ‘Probe’ echt zal worden. Het is nauwelijks voorstelbaar dat het schot uit Kuitenbrouwers atelier nu dit effect weet te sorteren.'(bladzijde 186-188) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘VLAM////de vlieg kan op het leeuwenbloed niet landen:/het vuur;/de sluier van de dame ritselt en verlangt:/een vlam;/een vuur legt het achter en om de lippen van het heelal,/een verschrikkelijke en verblindende vlam/en dan breekt het door het kreupelhout/splijt iedere boom in schaduw en boom/brandt de witte wormen in je ogen dood:/zonsopgang over Afrika///ik zie/geen visioenen maar onthullingen en herkénning/ik zoek naar hier;ons zilveren straalvliegtuig wiekt over zijn schaduw/zoals een wijzer over onontcijferde tekens tijd,/ons vliegtuig loopt over woningen en de Nijl is de zandslang/en het vuur grijpt de lucht///in Khartoem is de wind de bloederige adem van de woestijn:/’Above,through a sky terrible in its stainless beauty,’/(vlammen laten geen vlekken achter)’and the splendours/of a pitiless blinding glare,'(waar je ogen kijken is geen afdruk)'(bladzijde 60) Wordt vervolgd.