met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Dat vergt grote inspanning. Oprechtheid is een kunst die men leren moet,zegt de man die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond,de Internationale School voor Wijsbegeerte stichtte en die Nescio de merkwaardigste man noemt die hij ooit ontmoet heeft naast den uitvreter – Frederik van Eeden dus. Oprecht zijn door niet te liegen is niet zo ingewikkeld maar per ongeluk niet liegen? Daarvoor moet je de waarheid kennen. “Macht viel Arbeit”. Wie vanuit de “condition humaine” de “dignite humaine” begint vorm te geven,begint aan de worsteling onze grootsheid en ongemak in leefbare kaders samen te houden. Dat is van meet af aan geen eenzaam project. De termen “ambachten” en “artes” herinneren eraan dat er in de kunst nooit sprake is van geniale individuen die zich trots en ongenaakbaar losmaken uit onze gezamenlijke conditie door willekeurige particuliere artefactjes de wereld in te slingeren. Als een Picasso soms die weg lijkt op te gaan,maken wij er razendsnel een cultfiguur van en zetten wij zijn naam schielijk op een seriemodel van Citroen om te laten zien dat het volk wel degelijk beweegt. Het is feitelijk zo dat wij de vrijheid,de speelruimte die het menselijk tekort biedt,in zuster- en broederschappen exploreren.'(bladzijde 344) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Deel 3///DE MEETSNOEREN VIELEN MIJ IN LIEFELIJKE DREVEN/gedichten van buiten;1983-2006////’ik zal van kleur veranderen/opdat het leven geen belemmering is/maar een zich gedeisd houden zoals de echtelijke nacht/met een oog dat in het rond draait/de wit gezogen mangopit/op zoek naar zoete vernietiging,ah/rustig dat zachte vuur van de dood/als laatste woord dat nog van de tong fladdert’/-Alfonso Quijada Dit was het motto. Vanaf morgen weer de gedichten van Breytenbach.