met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Geen goddelijk licht,geen geniaal individu dat als enige in staat is dat goddelijk licht op te vangen. ‘Nee,de Inspiratie waar Florette Dijkstra over praat,en ik val haar hierin graag bij,is zo aards als maar mogelijk is en zelfs lekker smoezelig zoals Kinke Kooi het ook voorstelt. Het is dus niet top-down,maar bottom-up,en daar houd ik altijd van. Wij maken de inspiratiebron zelf en creeren daarmee verder. Waarnemingen en gevoelens voelen onvervreemdbaar individueel. Hoe zou ik precies kunnen zien wat jij ziet? Hoe kan ik voelen wat jij voelt? Veruit de meeste indrukken zijn gemanipuleerd,door ons allemaal. Je percipieert alleen,maar het zijn wel sociale artefacten die je indrinkt. De verwerking is een min of meer eenzaam avontuur,maar het materiaal is sociaal. Het is de lucht tussen ons,zo onmisbaar als echte levensadem. Dat “tussen ons” komt letterlijk terug in de term interesse. Die duidt op wat ons interesseert,waar wij het grootste belang in stellen. Maar “inter-esse” betekent letterlijk:tussen de zijnden. Jij bent een zijnde(“esse”) en ik ook. We blijven makkelijk bij elkaar,omdat we niet anders kunnen dan dezelfde lucht inademen,in steeds globalere mensencohorten.'(bladzijde 351) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘ZELFPORTRET’. ‘Ik gebruik zelden lippenstift maar grimas soms/als een oerang-oetan met kiespijn voor een vale spiegel./Ik heb een ding tussen de benen en zeg nogmaals:/uit de kruik van mijn moeder ben ik geboren,/tussen haar lendenen,in bloed en ellende/en met groot kabaal.///Jaren geleden had ik schoenmaat 41/ook geloofde ik in de gelijkheid van alle mensen/en ik luisterde naar de troebele verhalen van kanaries/in kooitjes in de gangen van donkere steden.'(bladzijde 222) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.