met ‘De ongevestigde orde, autobiografie van een lezer’. Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘Ook de auteurs van een bepaald soort romans doen aan deze zwendel mee, evenals critici en andere literatuuruitleggers die hun eigen overzichtelijke terminologie hebben ontwikkeld om het geschrevene terug te brengen op vertrouwd, dat wil zeggen conventioneel terrein waar bevestigd wordt wat reeds werd voorzien (‘vlot geschreven’),waar alles keurig verloopt langs lijnen van voorspelbaarheid (‘ingenieuze plot’)en waar korte metten wordt gemaakt met woorden die niet doen wat de lezer bij voorbaat van ze verwacht (‘ronduit teleurstellend’). Wie hier niet voortdurend tegen in het geweer komt, zal ongemerkt verloren gaan. Het is een ‘invasion of the body snatchers’,waarbij dat gene wat diep verborgen zit en ook ‘ziel’ kan heten, op cosmetische wijze wordt getransformeerd tot iets algemeens, tot het soort beeld dat men ook van anderen heeft, dat immers gemakkelijker te vatten is dan het eigene. Men gaat zichzelf zien zoals men wordt gezien – met die passieve blik, die de verwarrende chaos van onverklaarbare ervaringen omvormt tot een overzichtelijke persoon die uit een zeker aantal keurig benoemde eigenschappen bestaat. De metamorfose van het ‘ik’ tot een ‘ander’,het is de grote zielsverhuizing of de invasie van de ‘body snatchers’ die thans in onze maatschappij aan de gang is. Surrogaatmensen,nauwelijks van echt te onderscheiden. De reductie van taal tot een reeks vaste formules is iets waar ik als de dood voor ben.'(bladzijde 94-95) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. Verder met het gedicht ‘Eendeweer’. ‘de oceaan ruit/en ruikt naar paard/en zonvogels vallen verschrikt verstrikt/in de haren van de maan/en regen straalt als een krans/waar jij en je paard/door de golven breken///je bijt de dood schitterend/tussen de tanden/en terwijl iets ineens ergens/ glibberig gilt/zijn er strepen op het schuim/zijn het de zijden van het paard’ (bladzijde 98) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.