met de lezing van J.F. Vogelaar ‘De kunst van het lezen’. ‘Na de dood van de grootvader begint de grootmoeder te vertellen,geen verhalen maar wonderlijke legendes. Er worden dus allerlei soorten verhalen verteld in deze roman. Wanneer de opa over zijn eigen leven vertelt,waarschuwt hij Peter:’Mijn verhalen zijn zomaar wat losse grepen uit mijn leven,ze hebben geen moraal. Weet je waar de moraal schuilt? Inzwischen,tussen twee verhalen,twee ademhalingen in,dazwischen!’ Ik ben ervan overtuigd dat elke roman impliciet of expliciet zelf een aanwijzing geeft hoe hij gelezen wil worden en om welke kern het verhaal draait. Soms is en blijft dat centrum een lege plek die op meerdere manieren kan worden ingevuld. Dan beschrijft de lectuur een omcirkelende beweging. Hier heet die lege plek,bijna letterlijk,de ruimte tussen de verhalen. ik lees dat als de ruimte tussen het historische verhaal van het joodse volk en het levensverhaal van de opa;de ruimte tussen diens verhaal,waarvan hij wil dat het leven van de jongen een vervolgverhaal wordt,en de fantastische verhalen van de grootmoeder;en ten slotte de ruimte tussen het verhaal van de reële feiten en het verhaal dat de jongen zichzelf vertelt om een eigen wereld te hebben waar hij greep op heeft.'(bladzijde 9) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Gebeente Gods’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. Ik blijf zolang met Breytenbach bezig omdat ik afgelopen jaar drie grote tentoonstellingen had en daarnaast het idee naar boven kwam om op Texel te gaan wonen. Dat betekent o.a. heel veel boeken verplaatsen maar ook de werkplek ontmantelen. Op Texel in ons atelier daar wel gewerkt aan een hommage aan Willem Hussem. Er komt er ook een aan over b. zwaal. Ook Sebald krijgt een hommage. Breytenbach gaat ook lukken. Duurt wat langer. Nu het verhaal van Breytenbach;’Er zijn nooit geheimen meer. Alleen hun intieme weerspiegelingen. De zon is zo stralend dat alle licht erdoor moet worden gebroken. Een tekening staat altijd in de tegenwoordige tijd. Dan begrijpen we dat we het niet begrepen hebben,dat is alles.'(bladzijde 50) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.