met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘Op deze manier kan je het meest resoluut verbrokkelde werk evengoed presenteren als Totaal oeuvre of als Hoofdwerk. Het merendeel van de moderne methoden om reeksen te verbeteren of een veelheid te laten groeien gaat op voor bijvoorbeeld een lineaire richting,terwijl de totaliserende eenheid zich veel meer in een andere dimensie,die van een cirkel of cyclus,manifesteert. Elke keer als een veelheid gevangen wordt in een structuur,wordt haar groei door een afname van combinatiewetten gecompenseerd. De aborteurs van de eenheid zijn hier welbeschouwd engeltjesmakers,doctores angelici,want zij bevestigen een in wezen engelachtige en hogere eenheid. De woorden van Joyce,die je met recht ‘veelwortelig’ zou kunnen noemen,doorbreken doelbewust de lineaire eenheid van de woorden,zelfs van de taal,enkel om er een cyclische eenheid van de zinsnede,tekst of kennis te vestigen. Nietzsches aforismen doorbreken de lineaire eenheid van de kennis enkel om naar de cyclische eenheid van de eeuwige wederkeer te verwijzen,die in het denken aanwezig is als het niet-gekende’.'(bladzijde 25) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Paard galoppeert in vliegende vaart’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘De indruk van oneindigheid die het land maakt wordt er nog sterker van. De grond is zwart en hier en daar slijmachtig grijs. Een vrij grote troep mensen,de meesten oud,op blote voeten en in lompen,zompt door de modder de heuvel op. De hoofden,ook die van de vrouwen,zijn kort geleden kaalgeschoren en zijn nu met stoppels bedekt. Elke pelgrim met een kruk onder de oksel.'(bladzijde 65) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.