met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Simi meet poëzie enerzijds in aantal pagina’s,en anderzijds in waarde. Poëzie lezen is waarde aan pagina’s toekennen. We pakken onze favoriete dichter en kijken naar een pagina van hem of haar,in de hoop te ontdekken dat deze pagina het waard was om te lezen. Als onze favoriete dichter ook maar een beetje productief is geweest en duizend pagina’s schreef,krijgen we deze waardevolle ervaring in acht procent van de gevallen. Alsof je een staatslot koopt. Elke pagina nieuwe kansen,en meestal zuchtend vaststellen dat het weer niet is gebeurd. Dit lezen-per-pagina lijkt bij poëzie te horen. Een bundel is een manier van tekst presenteren in duidelijke eenheden:pagina’s die bestaan uit strofen en regels,die bestaan uit woorden,allemaal met een specifieke positie binnen een regel (een woord in het midden van een regel lees je anders dan het woord aan het eind van een regel). Gedichten produceren zo veel mogelijk specifieke momenten in de tekst,en de lezer wil het liefst dat elk moment het waard is om te leven/lezen. Dat gevoel moet uiteindelijk uit de lezer zelf komen – uit zijn of haar lichaam (onze hersens maken er ongetwijfeld een stofje voor aan).'(bladzijde 31-32) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Jade of albast’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Het park was niettemin een stuk ongerepte natuur gebleven – al was het ontworpen,aangelegd en onderhouden – midden in de grauwe stad. Daar nestelde zich een oud herenhuis gebouwd op een lichte helling met weelderig bloeiende tuinen rondom. Het gebouw zelf met zijn binnenplaatsen en het erf eromheen was in tweeën verdeeld.'(bladzijde 89) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit ‘Lichtspraak’ van Mark van Tongele het woord ‘hartpuntmuntjes’.(bladzijde 56)