met ‘Het schrift’ (Derrida) uit het boek ‘De geest uit de fles’ van Ger Groot. ‘Terwijl zij het zonder het schrift onmogelijk stellen kon,deed ze het liefst alsof ze er weinig of niets mee van doen had. Hoogstens wilde ze het erkennen als een soort tweederangsfenomeen. Het schrift is een afgeleide van het klinkende woord,zo stelde Plato al vast,en daarmee staat het nog één trap lager in de werkelijkheidshiërarchie waarin ook het woord,als afbeelding van de realiteit,al een dubieuze status had. Helemaal écht zijn volgens Plato immers alleen de ideeën,die het denken in een onmiddellijke aanschouwing voor zich heeft. De realiteit vormt daarvan slechts een weerspiegeling en is dus in mindere mate ‘echt’. Het woord vormt dáár weer een afbeelding van en het schrift is op zijn beurt een afbeelding van het woord. Je kunt nauwelijks verder in de verkeerde richting verdwaald raken,als je uit op een filosofische analyse waarin het uiteindelijk om de aanschouwing van de ideeën zou moeten gaan. Die platoonse minachting jegens het schrift heeft de toon gezet voor de hele filosofische traditie,aldus Derrida. Overal in de geschiedenis ziet hij haar terug,vreemd genoeg in de eerste plaats in getuigenissen van denkers die ons juist in geschrifte zijn overgeleverd. Terwijl de wijsbegeerte het zonder notatie op papier niet stellen kan,net als bijvoorbeeld de mathematica die voor Descartes zo’n belangrijke wegwijzer was,verdringt ze de gedachte daaraan zoveel mogelijk uit haar eigen bewustzijn.'(bladzijde 311) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘De loeiende tier’. ‘DIEPGAAND,ONPEILBAAR/////Een dansende zeebeer,/gele koraalvlinders onder water.///Hielspoor,teengeruis,/plasmapolka hoezeer.///De storm en het onttoverde uur./Het kadaver van een rafelvis.///De zoute wind schroeit mei-/doorns in grillige vormen.///De veelvoudigheid van vergeten/in de spiegel van herinneringen.///In hemelsnaam wat verklaart/de aardse kleurendoos?'(bladzijde 45) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘fluistergeboorte’.(bladzijde 193)