met ‘Belofte en gelaat’ (Ricoeur,Proust,Levinas) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Levinas’ kritiek op Heidegger en de erfenis van het nationalisme kunnen dus niet uitmonden in een simpele terugkeer naar het optimisme en universalisme van de achttiende-eeuwse ratio. Hoezeer de mens zich ook heeft losgemaakt van de wortels die hem binden aan ‘Heimat’ en afkomst,toch moet de onafzienlijke ruimte die daarmee open komt te liggen op zijn beurt worden begrensd. Zo niet,dan dreigen zijn nieuwverworven vermogens en eindeloze vergezichten te ontsporen in een orgie van geweld waartoe het menselijk denken en doen nu eenmaal altijd neigt wanneer het geen gebod of ‘halt!’ meer tegenover zich vindt. Levinas is nog steeds in discussie met Heidegger terwijl hij dit gebod op het spoor komt. Wanneer Heidegger de retoriek van de ‘vastbeslotenheid’ eenmaal ontstegen is,wijst hij de ‘eigenlijke’ wijze waarop wij ons tot het zijn kunnen verhouden aan in gelatenheid. Wij moeten datgene wat en diegene die wij tegenover ons hebben,eerbiedigen in de eigenheid waarin we hen laten-zijn. Maar,zo vraagt Levinas dan,’gaat het er in onze relatie tot de andere mens om dat we hem ‘laten-zijn’? Is degene tot wie men spreekt,reeds van tevoren begrepen in z’n zijn?’ In de vraag ligt het negatieve antwoord al besloten. Voordat wij iemand de ruimte laten om te zijn wie hij is,moeten we eerst beseffen wie hij is,aldus Levinas,en dat kunnen we alleen door met hem in relatie te treden.'(bladzijde 329) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Levenstrekharmonie’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Ademruis’. ‘Dwaallichtjes. Eksters als witte stippen over/zwarte akkesr hoppend. Trekkende mieren./Plonzende zaagbekken. Nachtpauwooglicht./Winteradem op de bodem van de waterkant./Droesem. Riet verstild in bizarre ijsvormen.'(bladzijde 15) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘een bril is zijn hazelhoen’.(bladzijde 210) Wim Hazeu las brieven van de jonge Lucebert waaruit blijkt dat hij nazi-sympathieën heeft gehad. Een schok voor Hazeu. Kotsen.Hij verwerkt het in zijn biografie. Lucebert heeft het altijd stil gehouden. Hij heeft als een arbeider elke dag heel hard gewerkt. Wraak op zichzelf moeten nemen. Zijn prachtige oeuvre gebouwd. Ik blijf hem bewonderen. Elke dag citeer ik al weken uit zijn verzamelde werk. Dat blijft voorlopig zo. Het hoort net zoals de andere overschrijfpraktijken tot een project getiteld ‘Ondertiteling bij de hommages’. Mijn hommage voor Lucebert staat op de website www.willembroens.nl onder ‘overzicht van het werk’;’Waardetransport’.