met ‘Tegenstrijdig – en onvoorzien'(Besluit) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Sindsdien leeft de mensheid tussen hoop en vrees voor haar eigen vermogens,ontketend door de toverspreuk waarmee zij zichzelf bijna almachtig heeft gemaakt,maar waardoor zij uiteindelijk overweldigd dreigt te worden,net als de tovenaarsleerling uit het gedicht van Goethe die door Walt Disney beroemd werd. Zo gemakkelijk kon de mens de plaats van God dus niet innemen,ook al verloor de traditionele religie in de loop van de moderniteit steeds meer aan overtuigingskracht. Het goddelijke werd van zijn plaats gestoten,maar daarmee was het nog niet verdwenen – en nog steeds bleek het te groot voor de mens die het probeerde te onderwerpen. Terwijl het menselijk vernuft aan de ene kant de wereld steeds dieper doorvorste en naar zijn hand zette,werd het aan de andere kant voortdurend in de rede gevallen door het besef dat de werkelijkheid groter was dan hij zich ooit kon voorstellen en dat hij uiteindelijk het hoofd moest buigen voor haar ontzaglijke oppermacht. Vanaf het einde van de achttiende eeuw en door de hele daaropvolgende eeuw heen kreeg die macht uiteenlopende gedaanten. De romantici ervoeren haar in het sublieme berglandschap of in natuurgeweld,terwijl een eeuw later Sigmund Freud haar lokaliseerde in de ontembare drift van het onbewuste,in de psyche zelf.'(bladzijde 338) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Ademruis’. Titel:’Camping Chaulet Village’. ‘In mijn caravan,zonder pakkie-an,/zonder denkrimpels pimpampetten///bij mijn getaande wijnkraantjeskan/aan een klaptafeltje lichtloslippig,///terwijl mijn zwembroek nagloeit/aan een draad tussen lommerbomen,///laat me bigot hier polyglot zitten,/zonder tussenschotten,ongeschoren,///azuurblauw jijen en jouwend,/con amore in secula seculorum.'(bladzijde 26) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘het licht is de liefde is spits’.(bladzijde 214)