met ‘Structuur’ (Lévi-Strauss,Saussure,Lacan) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Willen we weten hoe taal werkt,dan moeten we dus niet kijken naar de geschiedenis en ook niet naar de spreker,zo concludeert Saussure. De oplossing kunnen we alleen maar vinden in de taaltekens zelf: de woorden waaruit de taal is samengesteld en waarin steeds twee aspecten te onderscheiden zijn:een materieel en een ideëel aspect. Het woord is aan de ene kant een ‘ding’,meestal een klank,en tegelijk belichaamt het een betekenis. Het eerste noemt Saussure de betekenaar,het tweede het betekende:de idee of conceptuele inhoud die door het woord wordt aangeduid. Dus niet de tafel die voor mij staat,maar de idee ’tafel’. De verwijzing naar het ding in de wereld (de semantiek) blijft in de taaltheorie van Saussure buiten beschouwing. Op parallelle wijze is ook de betekenaar niet zonder meer de klank van het woord,maar het ‘mentale beeld’ van die klank. Het klankenspectrum dat wij kunnen voortbrengen is enorm breed,maar in de taal speelt maar een beperkte hoeveelheid klanken een rol. Zo kent het Nederlands maar veertien klinkervariaties,hoewel er oneindig veel meer te produceren zijn. Maar wij nemen ze allemaal waar als één van die veertien open of gesloten klinkers en tweeklanken. Ook al klinkt een a in het ene woord heel anders dan in het andere,en van persoon tot persoon steeds verschillend,toch nemen wij de klank waar als á of à,in een open of gesloten variant.'(bladzijde 292) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Fukushima’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Ademruis’. ‘Taxi’s in de sneeuw. Spirituele herbronning./Neem om het even aan,maar neem het aan./Schaatspret in Friesland. Gedeelde dromen./Beeldschermen knipogen wereldwijd naar elkaar./Netvliezen verhangen naar het rampzalige. Het ware/lost op in het meer dan ware. Verdriet./Nachtmerries en andere symptomen waren/door een oververhit liefdeshotel. Een bom/ontploft in een grootwarenhuis. Een bedrijf/heeft zijn zenuwen niet altijd in bedwang.'(bladzijde 51) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Eem bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘de kleine muizen uit het oor van de grote rat’.(bladzijde 223)