met ‘Humanisme in debat'(Heidegger,Sartre,Gadamer) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘De ommekeer die zich in Heideggers denken na de Tweede Wereldoorlog aftekent,cirkelt rond de vraag wat de plaats van de mens in de wereld is,of filosofischer gezegd:hoe deze zich verhoudt tegenover het ‘zijn’. Al in ‘Zijn en tijd’ zagen we Heidegger ertegen protesteren dat het ‘zijn’ beschouwd werd als een soort ding:iets wat je in principe op dezelfde manier zou kunnen bekijken als een voorwerp dat zich leent voor de theoretische beschouwing van de ‘voorhandenheid’. In die laatste opvatting is de mens het centrum en de basis van de werkelijkheid. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog vroeg Heidegger zich al af wat de intussen in zwang gekomen uitdrukking ‘wereldbeeld’ kon betekenen. Die uitdrukking suggereert dat de wereld waarin wij leven en opgenomen zijn,zou kunnen worden gereduceerd tot een beeld:iets waar we tegenover staan en wat we kunnen bekijken. Dat is een opvatting die,al heeft ze diepe wortels,volgens Heidegger tot een apotheose is gekomen in de moderne tijd – ‘de tijd van het wereldbeeld’,zoals de titel luidt van zijn beschouwing ‘Die Zeit des Weltbildes'(1950). In de moderniteit begint de mens zichzelf meer en meer op te vatten als God,zo zegen we al meermaals,en dat treedt duidelijk naar voren in zijn ‘wereldbeeld’. De mens kijkt naar de wereld zoals God van oudsher geacht werd haar te bekijken:als een spektakel voor zijn blik.'(bladzijde 271) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Fukushima’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Ademruis’. ‘Slapeloosheid. Onmenselijk weggevaagde dorpen./Heeft wie verloren is,wijsheid nodig? Regendag-/brieven. Een ingebeelde begrafenis van verloren zaken./Reinigingsrituelen. Elimineer jij flashbacks tijdens de seks?/De kleur van paniek. Stortvloeden. Modderstromen./Kerstman schiet acht mensen dood en steekt huis in brand./De spiermassa is een falend systeem. Jezelf blameren,/helpt het? Een Bettie-page voor elke dag helpt. Heden tsunami./Een man zwaaiend op een dak onder radioactieve wolken.'(bladzijde 53) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘en de radio roept uit haar grofgeweven golven/oh wereld hier treurt in de tunnel water op woud’.(bladzijde 223)