met ‘Toegang tot het zijn’ (Heidegger,Husserl,Arendt) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Erkenning van de ontologische differentie betekent dat men die alziende en allesbeheersende blik voor de mens niet langer maatgevend maakt. In plaats van de wereld tot een ‘ding’ te maken,moet de mens opnieuw leren dat de werkelijkheid zich nu juist níét in haar totaliteit door hem laat objectiveren en beheersen. De mens moet zich steeds realiseren dat hij ingebed is in een betekenisvolle wereld die hij niet zelf heeft gemaakt. Het primaat ligt niet bij hem,maar bij het zijn,en daardoor kan hij pas bestaan. Hij ziet zich daarin ‘geworpen’,op dezelfde manier als Sartre onderstreept dat een mens altijd in een feitelijke situatie verkeert. Op grond van zijn vrijheidsideaal kan Sartre daartegenover geen andere houding aannemen dan die van een toe-eigening van die ‘geworpenheid’ of feitelijkheid ‘als was het’ de eigen keuze. Bij Heidegger vinden we iets vergelijkbaars en daarom sleept hij in ‘Zijn en tijd’ nog altijd de erfenis van het moderne denken met zich mee. Ook voor Heidegger moet de mens zijn geworpenheid op zich nemen in een ‘ontwerp'(bij Sartre het ‘project’) waarin hij vooruitloopt op zijn mogelijkheden. Die keuze – ook bij Heidegger een kwestie van authenticiteit – wordt nog eens aangescherpt doordat hij de mens daarbij geroepen acht tot ‘vastbeslotenheid’:een woord waarmee Heidegger dezelfde menselijke zelfstandigheid en autarkie lijkt te bevestigen die Sartre zo dierbaar is. Maar tegelijk merkt Heidegger op dat het ‘Dasein’ ook gekenmerkt wordt door het feit dat het een zorgend bestaan is.'(bladzijde 265) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Het lidwoord stilte’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Het lidwoord stilte anaforisch/eilandt,lineaal verwant aan/moedertaal:primitieve navel-/ring om mijn hals. Alles lente.///De zin hangt in plooien van zon./Dood vliegt in de gordijnen. Gos:/syntactisch open plaats. Het licht/droogt op het raam van zijn verver.'(bladzijde 54) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘dat moet men zwaarwaterpas houden en haten..(bladzijde 224)