met ‘Vrijheid'(Proust,Bergson,Husserl,Sartre,Beauvoir) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles’ (Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘De rationalistische helderheid van Descartes en het positivisme waarvoor Auguste Comte in het begin van de negentiende eeuw de grondslag heeft gelegd,aangevuld door de transcendentaalfilosofie van Kant,krijgt concurrentie van een filosofie die vraagtekens zet bij die helderheid van het bewustzijn en objectivering van de werkelijkheid. Binnen Frankrijk wordt de aanval ingezet door Henri Bergson,van wie rond 1900 vooral de theorie van de tijd indruk maakt. Tijd is geen objectief gegeven,zoals de kloktijd,zegt Bergson. Tijd is allereerst iets subjectiefs dat direct samenhangt met de zelfervaring van de mens. De tijd duurt:de duur van een tijdspanne kan lang of kort zijn,afhankelijk van de stemming van de betreffende persoon en onafhankelijk van de objectieve tijdmeting. Het begrip ’temps'(kloktijd) staat hier tegenover ‘durée'(duur),de beleving van de tijd door het subject. Het eerste is volgens Bergson zeker niet fundamenteler dan het tweede. Het is er veeleer een reductie van. De duur is rijker en hangt direct samen met het ritme van het leven,zoals Marcel proust duidelijk maakt in zijn grote romancyclus ‘Op zoek naar de verloren tijd’. De duur is primair voor het levende en existerende wezen dat de mens is. In een beroemd geworden scene uit het begin van de romancyclus beschrijft Proust hoe hij bij de smaak van een in thee gedrenkt madeleinekoekje herinnerd wordt aan zijn jeugd:’Het was de smaak van het stukje madeleine dat tante Léonie mij zondagsmorgens in Combray (want op die dag ging ik niet vóór de mis het huis uit),als ik haar in haar kamer goedemorgen kwam zeggen,gaf nadat ze het in lindebloesemthee had gedoopt.”(bladzijde 231-232) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘Taalmineraal’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Vanachter de taal kijkend/naar de boom in onze tuin/meewachtend op een regenbui/worden wij samenhang tussen/ruimte licht en schaduw:/één vallende waterdruppel/bijna volmaakt bol.op gods/raam spat ons lichaam open.'(bladzijde 77) Dit is het gedicht Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘en daarom hercules gesteund door de pilaar’.(bladzijde 226)