met ‘Het onbewuste’ (Jean Paul,Nietzsche,Freud) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles’ (Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘De rationaliteit kan niet langer gelden als toetssteen,omdat zij te zeer verbonden is met de werkelijkheid zoals zij is,in plaats van met een belofte van wat kan zijn. Gaande weg begint men in de negentiende eeuw te vermoeden dat ook de mens niet is wat hij schijnt te zijn. Niet alleen moet zijn universaliteit steeds meer terrein prijsgeven aan de aanspraken van zijn unieke,singuliere ‘ik’. Maar ook de rationele inslag van het ‘ik’ zelf raakt langzamerhand onder verdenking. Dat de mens meer is dan de ‘denkmachine’ die Descartes nog in hem zag,onderstreepte Herder al in de achttiende eeuw:’Ik ben hier niet om te denken,maar om te zijn,te voelen,te leven.’ En ook om te willen,zo vulde Isaiah Berlin aan. Meer nog dan de emotie is de wil de spil van het romantische beeld van het menselijk gemoed;door de wil wordt het voortgestuwd en aangedreven. Zoals we al zagen,verbreedt Schopenhauer dit inzicht tot een ware metafysica en maakt hij de wil tot het principe van de werkelijkheid in al haar aspecten. Zover zullen lang niet alle denkers in de negentiende eeuw gaan. Maar wel begint gaandeweg het vermoeden post te vatten dat het ‘ik’ veel minder lucide en doorzichtig is dan Descartes en zelfs Kant nog hebben gedacht. Zoals er achter het ogenschijnlijk geordende aanzien van de wereld volgens Schopenhauer een ‘wereldwil’ schuilgaat die voortraast in redeloze dynamiek,zo verbergt zich achter het bewustzijn misschien wel eenzelfde soort irrationele stuwing die het ‘ik’ enerzijds voorziet van kracht om te handelen,maar anderzijds vanuit zijn onbeheersbare en gewelddadige aard dat ‘ik’ onvermijdelijk overwoekert.'(bladzijde 226) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Digitaal speeldoosje’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Taalsynaps. De zon in/formeert me. Hart ruist door/ruggengraat. In het chiasma/van de dood kruizen Gods/vezels. Ademteken. Krist/al versterker van geheu/gen,kleitablet vol licht/indrukken van tijd. Scha/kelelement.Ik geleid haar/geluid naar mijn lente.'(bladzijde 105) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘dood de gewillige schoot’.(bladzijde 228)