met ‘O mens!Geef acht!'(Nietzsche,Bataille,Marsman)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Want wat deze ‘slaven’ in hun opstand doen,is eigenlijk niets anders dan wat de heren doen. Ook de slaven onderwerpen de heren niet op grond van hun gelijk,maar op grond van hun kracht – die geen kracht wil zijn,maar een goddelijk ‘recht’ of een transcendent ‘gelijk’. Ze zijn zwak,maar samen zijn ze sterk. Omdat de slaven zo’n immense massa vormen,weten ze – onder leiding van een sluwe priesterklasse – de kleine groep van ‘heren’ uiteindelijk te smoren en hun moraal te fnuiken. In feite maken ook zij daarbij gebruik van een vorm van geweld – dat echter zijn eigen inslag zorgvuldig verbergt onder een beroep op redelijkheid en waarheid. En juist daarmee,zo maakt Nietzsche de cirkel rond,zijn ze de aarde ontrouw. Ze verloochenen haar ter wille van een onwereldse moraal die het leven fnuikt en ontdoet van zijn smaak en kracht. Dat is de nihilistische trek van de joods-christelijke traditie,die het liefst het leven en het lichaam zou uitwissen ter wille van een louter geestelijk bestaan in een imaginaire bovenwereld. Decadentie Tegen die ‘decadentie’ is de prediking van Zarathustra gericht. Deze krijgt al in het begin van het boek de vorm van een reeks zaligsprekingen,opnieuw niet toevallig als parodie op de Bergrede uit de Bijbel.'(bladzijde 194-195) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Zij gezellin’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘De stad kraamt markt uit;/reclameweek krijgen wij geld-/kramp in de koopjeskuiten./Ik knipoog naar de kar-/girl van de caracoles./Winkel in,winkel uit,/er is geen ontkomen aan./In de paskamer past zij mij/broek en fantasievest aan./Nu ben ik een grote vent.///Een episode van de mode:/ik draag mijn confectiepak/in een plastic tas./Zal ik lachen of huilen?/Vanille fijn van snit/zou me als gegoten zitten./Maar zij wil naar huis;/zij heeft geen boodschap/aan zoet gedoe.Ik doe/al kinderachtig genoeg.'(bladzijde 139) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘en geeft het aan rode mannen door’.(bladzijde 229)