met ‘O mens!Geef acht!'(Nietzsche,Bataille,Marsman)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘In het vierde deel van het werk zet hij het zojuist geciteerde gedicht uit het boek op muziek,en daarbij lijkt hij het op te vatten als uitdrukking van een verlangen naar hemelse rust: ‘Doch alle Lust will Ewigkeit-,/-will tiefe,tiefe Ewigkeit!’ Dionysisch pessimisme Maar Nietzsche heeft toch iets anders op het oog. Lust wil eeuwigheid,maar dat is niet de eeuwigheid van een metafysisch Elysium:’rust,stilte,gladde zee,verlossing van zichzelf zoeken door middel van kunst en kennis,of anders de roes,de kramp,de verdoving,de waanzin’,zoals Nietzsche de visie Schopenhauers,Wagners en ook aanvankelijk zijn eigen visie samenvat. Geen ‘romantisch’ maar een ‘dionysisch’ pessimisme,zoals hij in ‘De vrolijke wetenschap’ al heeft geschreven:het inzicht dat in de dionysische orgieën en vervolgens in de tragedie tot uitdrukking werd gebracht en volgens welk leven,lust en lijden bijeen horen. Dat mag dus niet leiden tot zielloze berusting die het liefst uit dit leven zou wegvluchten,maar moet erkennen dat ook pijn aan het leven zijn smaak geeft,zoals Nietzsche in 1882 zijn demon al laat fluisteren. De moraal die Nietzsche zich bij de ‘Übermensch’ voor ogen stelt,is dan ook niet die van de heerser die koste wat kost zichzelf in het leven wil behouden en te allen tijde de overhand wil hebben.'(bladzijde 197-198) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘Zij gezellin’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Lichtende nachtwolken/laag boven de horizon./De zee versiert ons:/allemaal franjes./Op blote vrijersvoeten/lopen wij elkaar in,/een lust om te zien./Zij rolt vanzelf in/mij,woordbreker,/waarmee zij spat.///Wij parende geslachts-/chromosomen winden/er geen doekjes om./Sacrale kreetjes van/discrete secreetjes./Lomend orgasme waar-/in zij me voortplant./In haar open baren word/ik zonneklaar,zuivere/duif op de doodsmuur.'(bladzijde 143) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een perfect woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘de hemel wordt weer haar huis’.(bladzijde 229)