met ‘De mens een kunstenaar'(Schiller) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Mugers boek wordt een ongelooflijk succes – en een ideaal gegeven om een opera van te maken. Dat gebeurt dan ook,en zelfs meerdere malen. De bekendste daarvan is de versie van Puccini geworden. De mythe van het ‘Boheemse’ kunstenaarschap blijkt uitermate hardnekkig te zijn. Wanneer honderd jaar later de musical- en dansfilm ‘An American in Paris’ (1951) gemaakt wordt,zijn alle elementen die bij Murger én bij Puccini al aanwezig waren nog steeds springlevend,op een paar details van technische vooruitgang na. De film speelt zich af in Parijs,vlak na de Tweede Wereldoorlog. De Amerikaan Jerry Mulligan,voormalig soldaat,is daar blijven hangen om kunstschilder te worden. Hoewel het elektrisch licht net is aangelegd en er steeds meer auto’s door de Lichtstad rijden,is er voor de kunstenaars weinig veranderd. Ze huizen nog steeds in minuscule mansardekamers en worden geplaagd door geldgebrek en uitblijvende roem. In werkelijkheid is op dat moment de rol van Parijs als mondiale hoofdstad van de kunst al bijna uitgespeeld. New York neemt het stokje over en daar zet het ‘Boheemse’ kunstenaarsleven zich gewoon voort,zoals blijkt uit Paul Mazursky’s film ‘Next Stop,Greenwich Village’ die we in hoofdstuk 6 al bespraken.’Dit was hoofdstuk 11 nu verder met hoofdstuk 10. ‘Geschiedenis en de woestheid van de wereld'(Hegel,Schopenhauer) ‘We keren terug naar het einde van de Verlichting. Met haar pretentie van universaliteit en eeuwigheid krijgt de rede een flinke tik uitgedeeld van het nationalistisch relativisme.’)bladzijde 147) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Eenzaam enzovoort’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Het geraamte van de tijd///De grenzeloze leegte waarvoor ik sta/eenzaamheid enzovoort/schoorvoetend in de franjes van de zee/de doodswind waait in mijn gezicht/of kleedt het licht voorwaar mij uit/hier loopt het leven leeg/rimpel ik open in het water/de gelittekende stilte daarna/op het strand gelaten/de onherhaalbare andere/onbereikbaar voorgoed/hoe raak ik mezelf kwijt?'(bladzijde 195) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘nympholalie’. ‘oh hoe benard en toch prachtig gelegen/mijn keel is een pad over bergen/en mijn heupen twee barre wegen/onder de eeuwige zon door de eeuwige regen///en mijn neus een zwaard tussen koren/en mijn hart een roos in de mond/soms ben ik van achter van voren/fluisteren blond///altijd en altijd ik zie mij heb trek/zo’n trek in mijzelf en/laat mij door vliegende lippen bedelven/ik ben phage spek voor mijn bek///ik ben ook huis na huis en luiden/groot luiden doe ik daarover/als ster starend kom ik naar buiten/ga bloot en betoverd///en kan nu gaan liggen op licht/het licht is zo dik/en wachten de nacht komt de nacht/ik lach wat – zink – en ik schrik'(bladzijde 245)