met ‘Het volk en zijn eigenheid'(Leibniz,Herder,Walter Scott)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘De dichters Achim von Arnim en Clemens Brentano verzamelen Duitse volksliederen in een bundel die onder de titel ‘Des Knaben Wunderhorn’ tussen 1805 en 1808 in drie delen werd uitgegeven. ‘Alte deutsche Lieder’ luidt de ondertitel veelzeggend,en de ene na de andere componist zet die volksliederen op muziek. Mahler,bijna honderd jaar later,is de bekendste van hen. Een van de belangrijkste velden waar men op zoek ging naar deze uniciteit en de afwijking van wat werd ervaren als de bedreigende ‘eenheidsworst’ van de universaliteit,was de eigen taal. Vandaar dat de Romantiek in Duitsland het begin markeert van de Duitse filologie,als een wending naar het nationale zelfbewustzijn dat het eigen landskarakter naar waarde schat. Al aan het eind van de zeventiende eeuw gaf de Zweedse satiricus Andreas Kempe daartoe al een voorzet,in een cultuurkring die nog marginaler was dan de Duitse. God zou in het paradijs Zweeds gesproken hebben,en Adam Deens (met een al iets minder volmaakte tongval),en Eva zou door de slang in het Frans verleid zijn tot de zondeval,zo schrijft Kempe in 1688. Ook dan al wordt het Frans afgeschilderd als een ‘diabolische’ verleiding,nog geen veertig jaar nadat Descartes door koningin Christina naar Zweden is gehaald om daar de nieuwe,’universele’ (maar wel Franstalige)wetenschap te brengen.'(bladzijde 129) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele omdat ik bezig ben met een hommage aan hem;dit overschrijven is onderdeel van het project ‘Ondertiteling’. Al een paar jaar maak ik hommages aan schrijvers en schrijfsters. Het overschrijven heb ik nodig om heel dicht bij de auteur te komen.Door de verhuizing en de verbouwing loopt van Tongele een beetje uit. Het gedicht van van Tongele is dit keer ‘De therapeutische spiegel’ uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Neem eens aan dat wonderdadigheid bestaat/en veronderstel dat je tijdens een droomslaap,/misschien vannacht,een wonderbaring ondergaat:/dood valt buiten de gratie van tijd.alle gesternten/gaan anders gonzen.zonsoproer in het welvende/glanspunt van je intiemste.zie op de bodem van'(bladzijde 220)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘het seizoen’. ‘grote chromatische maalstroom/van korte duur maar maar/een gedenkwaardige zonsondergang///de ernst blijft achter/op het strand staan hand in hand/wazige werkelijke mensen///toeven nog lang wachtend op/het lichten van de zee of het oplichten/van grote gedachten onvergetelijk///in het hotel spoelt men de glazen/en de tafels worden gerangschikt/weense walsjes reeds staan op de standaard'(bladzijde 387)