met ‘Republicanisme en universalisme'(Rousseau,Kant)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Om te beginnen is het moderne subject als staatsburger (citoyen)in de twintigste eeuw een ‘Mann ohne Eigenschaften’ geworden. Hij is niet langer alleen man of vrouw,jon of oud,edelman of stedeling,inwoner van deze streek of dat gehucht,maar een algemeen subject dat in het nieuwe publieke bestel in zekere zin uitwisselbaar is met alle andere politieke subjecten. Dat bestel is ontstaan vanuit de vereniging van alle burgers die als kenmerk hebben dat ze rationele wezens zijn,en niets meer. Voor de staat is de burger een gemaskerd wezen dat qua rechten en plichten volstrekt gelijk is aan alle andere burgers. Ieder is op gelijke basis lid van deze politieke gemeenschap,die bestaat in het feit dat ze ook van haar kant voor iedereen dezelfde is. Het is waar dat de gelijkheid die door Rousseau werd gepropageerd voor sommige groepen nog geruime tijd op zich zou laten wachten. Werkelijk kiesrecht zou pas in het begin van de twintigste eeuw worden gerealiseerd. Tot dan toe mochten vrouwen niet stemmen,en verreweg de meeste mannen ook niet. Maar in principe waren in de achttiende eeuw de hoekstenen al wel gelegd voor een bestel dat de ‘algemeenheid’ – het kernelement van het filosofische denken – als politieke ‘grondstof’ had. Hoe revolutionair dat aan het eind van de achttiende eeuw in politiek opzicht ook was,in veel opzichten sloot dit denken aan bij een aantal fundamentele wijsgerige noties die al bestonden.'(bladzijde 116-117)Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. Titel ‘Aandrang van de zee’. ‘Zittend op een parelmoeren schelpenbank///verzaak ik de kortzichtigheid,het streven en/de herrie van het binnenland. Kijken naar///de zeedeining lucht mijn hartbeklemming op.///Bij de branding is het licht het helderst,rinkelt/de tijd het zonneklaarst. Toekomst ruist aan.///Wellen en weeën van water.'(bladzijde 233) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo. Leve de Hommage. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘Stadsbeeld’. ’10///halen!///hier kunnen nestblijvers en nestvlieders/om hun eigen lach lijden om hun eigen pijn lachen/hier deelt de onbemande zwendelaar leeg leeg/tot op zijn wereldwijze huid paradoxen uit/van transformatie en van rust/hier wensen vrijbuiters en preutsen gelijkelijk/hun meest interne sweetheart met genietende tranen/te verdienen en al die delikate tronies opgetuigd met immortellen/vertellen alleen hier wat werkelijk en wat waar is?///doek'(bladzijde 399) Hommage voor Mark van Tongele is bijna klaar!!! Leve het project ‘Ondertiteling’. Omdat Pieter de Nijs binnenkort zijn boek in ‘De Zwijger’ in Amsterdam presenteert,heb ik de laatste maanden een hommage gemaakt voor Raymond Roussel. Roussel is een belangrijke bron voor Duchamp.Titel van de hommage ‘De Optochtslang’,ondertitel ‘Honderd ogen wijduit’.