met een gedicht van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. Titel:’Ik vlieg door de dertiende eeuw’. ‘Wat eraan schort noteert zij nauwgezet:/’Een pijl vol venijn splijt mijn hart,een vuist/beukt mijn binnenste aan gort’/Gekweld door ‘edele begeerte & een bodemloos verlangen’/zwelt zij ‘als een zwangere vrouw’/tot de Man van Smarten ‘als een vriend na de metten’/in zijn naakte eenvoud voor haar staat/en zij hun harten ruilen,zij hem kust en in vervoering raakt./Haar volle boezemkruiken strijken/langs de wonden in zijn uitgemergeld lijf.///Tijd van extremen,van huiver en orgastische/verrukking,zelfkastijding,vasten,nederigheid,/niet zelden ook onduldbaar lijden./ Wat het noorden toelaat,kapt het zuiden af./Domna Prous Boneta staat drie jaar voor haar rechters, mulier sancta/wordt in Montpellier door kerkbonzen gedood./Verbrand,onthoofd – u zegt het maar.///Christina von Hane strijdt in Rijnland zeven jaar/tegen zeven helse zonden,die van de wellust het meest.'(bladzijde 10) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Morgen weer de normale onderdelen van dit blog. Dus ook weer Ger Groot en Lucebert. Dit alles is het project ‘Ondertiteling’. Het hoort bij mijn reeks ‘Hommages 3’. Nieuw zijn de hommage-collage voor Mark van Tongele en de hommage voor Raymond Roussel. Ik werk nu aan de hommage voor H.C. ten Berge. In de wacht,maar wel dichtbij staan hommages voor Roland Barthes en Samuel Beckett.