met ‘Zekerheid weggeslagen – en herwonnen'(Clemens non Papa,Descartes,Anselmus)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Waarom begin ik dit hoofdstuk over weggeslagen zekerheid met een geestelijk lied van bijna vijfhonderd jaar geleden? Omdat in de tekst ervan de tweeslachtigheid van ons moderne levensgevoel zich al aankondigt. God,zo laat Clemens non Papa zijn koor zingen,was van de mensheid het ‘licht’ en de ‘salicheyt’. In hem ‘betrouwde’ men;op hem ‘bouwde’ men.Boven de hele wereld koepelt zijn ‘goetheyt fijn’ en ‘bermhertigheyt’ uit,in een eeuwigheid die scherp contrasteert met de betrekkelijkheid en onvolmaaktheid van het ondermaanse. Die beelden zijn tot voor kort ook in onze samenleving tamelijk vanzelfsprekend geweest en zelfs nu kun je ze in kerken en zelfs op sommige radiostations nog veel horen. Ze zijn ons vertrouwd,maar tegelijk vertrouwen wij ze niet helemaal meer,want we zijn de zekerheid kwijtgeraakt dat er boven het ondermaanse inderdaad een ‘eeuwigheid’ koepelt.'(bladzijde 27-28) Wordt vervolgd. Nu weer verder met de reeks ‘Splendor of de metafysica van het licht’ van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. ‘Het is eerder fonkelt dan schijnt,/eerder glinstering dan glans;/’k Weet niet wat de velduil ervan denkt.///Bijna tastbaar brandt de zon haar licht/in hoge,smalle vensters van de kathedraal./Onaards de bron en toch op deze plaats/door glas en ruimte omgevormd/tot weerspiegeling van een wereld/die niet meer bestaat.'(bladzijde 57) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. Titel:’hoe te huilen zonder om te kijken’. ‘zeker en tevreden slaap je/maar achter slot en grendel bewaakt je/met ogen als knopen in een zakdoek/je vraatzuchtig koksmaat///de droom dat dieet van licht/zal gestoofd je niet versterken/en je lijf zal leeg achterblijven/vol hardgebakken spijzen en een weinig ijver'(bladzijde 499) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd.