Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Ze is ervaren en dus profaan. Ze weet wat neuken is, en geneukt worden. Ze wordt misbruikt, neemt wraak, is behaagziek en wraaklustig, intrigeert en zet intriges op, en wordt er later zelf het slachtoffer van (vermoord door haar eigen kinderen). Ze is volop seksueel, haar moraal is praktisch en aards, gebonden aan de specifieke situatie. Ik kan geen extremere tegenpool voor Antigone bedenken. Alles wat ik van Antigone wil afpellen, woekert en korst aan op Klytaemnestra. Vulgariteit, lef, cynisme, vlagen van rechtvaardigheidsbesef, verontwaardiging, bluf, banaal verdriet. Zij die jaren wacht op de terugkeer van haar echtgenoot, voor wie ze geen enkel respect koestert, om hem bij thuiskomst af te maken terwijl hij weerloos uit het bad stapt.
Haar plaats is die van het ’tableau vivant’. het tussenspel, de soap, een tegenbeeld van Anti-gone, dus weer aards, gone, vrouw, moeder en echtgenote. Een wereld van intriges waarin de Griekse vrouw in opstand komt tegen de door mannen uitgedokterde scenario’s, waaraan ze tegelijk ook zelf niet kan weerstaan. Involved in alle paradoxale betekenissen van het woord. Klytaemnestra is niet van het kaliber van de grote tragische vrouwen – ze is afwachtender, haar enige ‘opstand’ is de verongelijkte ontrouw met Aighistos. Hij is het, die haar aanzet om haar man te doden als hij thuiskomt. Ze blijft gehoorzamen aan een man, zij het dan een minnaar; ze speelt dus een travestie van Penelope, om zich te wreken. De derde man, Aighistos, die het vonnis over de tweede man (Agamemnon) uitspreekt, helpt eigenlijk ook de moord op de eerste man wreken (Tantalos; Aighistos vermoordt in Agamemnon namelijk ook de moordenaar van de eerste man). Daardoor treden de drie mannen van Klytaemnestra in een twijfelachtig en noodlottig verband met elkaar, en blijken ze de marionetten te zijn van een vrouw die zogezegd geen initiatief heeft genomen. Hierin schuilt de doortraptheid van Klytaemnestra, en haar beperktheid: vrouw van een man die nooit kan bereiken wat hij wou (Tantalos), gijzelaar van diens moordenaar (Agamemnon), en tenslotte de overspelige die steun zoekt (Aighistos) tegen situaties die haar geschonden hebben (het verlies van haar dochter lijkt dan al een straf voor haar overspelige liefde). (bladzijde 182-183) Dit is fragment 81. Wordt vervolgd.