Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Dat is juist de tragedie, dat zelfs de stappen voorwaarts van de mensheid het offer eisen van ontelbare Antigone’s, die heden ten dage nog steeds broers, zonen en vaders begraven, metgezellen die uit het leven werden gerukt door het geweld van mannen’ (Claudio Magris).
‘Ik denk dat we een grote stap zouden zetten in het begrijpen van deze dingen (het mimetisch karakter van de tragedie, te weten het feit dat ze de onmogelijkheid van het leven uitbeeldt SH), als we gewoon weer deze gedachte zouden oppakken die een evidentie was voor de filosofie, van Plato tot Diderot en Rousseau en die, Brecht en enkele anderen niet te na gesproken, vergeten dreigt te raken in onze tijd: te weten het fundamenteel politieke karakter van het theater, en in het bijzonder dat van de tragedie’ (Philippe Lacoue – Barthe, L’Imitation des modernes, Typographies II).
Deze visie op Antigone – ook de ‘politieke’ implicatie in tragische zin – drijft me steeds vaker weg van het beeld van de ‘sterke vrouwen’ zoals ik dat een paar jaar geleden ontwikkelde, en zoals het in onze cultuur bestaat. De hedendaagse ‘powergirl’ en ‘bitch’ zijn assertieve types, toegespitst op een beeldstrategie, vergeven van semiotische koorts. Vrouwelijke varianten van de macho, extravert, grote bek, gericht op defensiviteit en culturele tactiek. Passie gereduceerd tot lifestyle. Niet zo Antigone. Het verzet dat in haar opdoemt, en dat zo ver mogelijk verwijderd is van elke vorm van modieuze assertiviteit, gaat ontzettend veel verder, tot in het hart van de tragedie zelf (die een schaakspel van ontologische grenzen vormt). Antigone is introvert, niet sociabel, niet nerveus, zich als vrouw in een patriarchale wereld sterk bewust van het onvervreembaar feit dat ze het Andere belichaamt – of ze dat wil of niet.’ (bladzijde 191-192) Dit is fragment 90. Wordt vervolgd.