Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Kierkegaards stelling: de ‘moderne’ Antigone weet alles, maar ze is de enige.
Daardoor kan hij een uiterst scherpe analyse maken van de puurheid van Antigone. Hij doet namelijk ook een gooi naar een plot, maar welk een verschil met ‘moderne’ bewerkingen. Omdat Kierkegaard smart als voornaamste kenmerk van de moderne tragedie ziet, en treuren als dat van de antieke, is hij uit op een objectivering van de smart; zijn Antigone zal treuren om een bovenpersoonlijke reden, en die toch ten volle belichamen. In zijn versie weet Antigone namelijk hoe haar afstamming in elkaar zit, maar haar vader weet niet dat zij het weet; misschien weet hij het zelf niet eens. Zij weet echter door angst en vermoeden, en ze draagt het geheim als haar levenslot. Ze heeft daardoor ook het leven van haar vader in haar handen, en moet daarom op haar dood toe. Men kan hierover verder speculeren. Ze volvoert het lot van de vader, weigert in hetzelfde gebaar de daadwerkelijke minnaar (ze houdt zich de liefde van het lijf), en redt de archaïsche wet waaronder haar vader is gestorven (de man die met de moeder slaapt). Antigone is in die zin de moeder van haar vader; tegelijk is ze maagd en kuise minnares. Met de dood van haar vader is haar de enige uitweg ontnomen om zich van haar geheim te bevrijden, zegt Kierkegaard. Haar zwijgen is haar tribuut aan de goddelijke doem die over de familie hangt. Op die manier haalt Kierkegaard haar, volgens zijn eigen definitie, de moderne tragedie binnen: Antigone wordt een familiedrama. Zo hoopt hij op interiorisering van het treuren en de smart (twee categorieën die hij dialectisch van elkaar onderscheidt aan de hand van onschuld en schuld).’ (Bladzijde 200). Dit is fragment 99. Wordt vervolgd.