Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Haar woede geldt onder meer het feit dat ze deze perversie doorheeft, dat ze beseft dat hier niet alleen een man staat die politiek denkt en het gezin verraadt, maar ook nog een man die beseft dat zijn politiek denken een masker is waarachter hij zijn begeerte naar het meisje verbergt. Jason doet dus zelfs in de ogen van de Griekse man iets verachtelijk. Als Medea de twee kinderen slachtoffert, verbreekt ze de oude matriarchale dogmata en plaatst zich op de hoogte van een godin die de man ter verantwoording roept. Medea is daarom niet louter menselijk, ze is ook geen toverkol, ze is een halve schikgodin. Ze voltrekt het offer zelf om de schande van de man uit te wissen. Misschien zit hier een nog dieper en archaïscher spoor van matriarchale verhoudingen achter, omdat de vrouw de politiek vernietigt door het gezin te vernietigen. Dit type van offer is het hoogste, het kan alleen gebracht worden als de mensen ervan overtuigd zijn dat ze in de ogen van de goden alles verknoeid hebben. Daar moet men niet aankomen met het offeren van een stier of de beste slaaf; men moet tot het uiterste gaan om de kosmische orde niet uit evenwicht te brengen. Medea offert dus haar zonen en herstelt de orde door de gemeenschap met deze kindermoord symbolisch alles te ontnemen wat ze heeft:vaderliefde, echtelijke trouw, moederliefde, liefde voor de kinderen, respect voor de staat en de rechtsorde. Pas wanneer alles is geofferd, kan men opnieuw voor de goden verschijnen. Niet toevallig is de offerende Medea de enige die nog verder leeft na de catastrofe.
In elk geval vindt het offer telkens plaats in het spanningsveld tussen politiek en trouw aan het gezin, tussen bloedwraak en rechtspraak, tussen zoenoffer en slachtoffer, tussen matriarchale, archaïsche, ongeschreven regels en patriarchale, politieke wetten. (Bladzijde 207) Dit is fragment 106. Wordt vervolgd.