Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘We weten dat de burgeroorlog een graad erger is dan de ‘gewone’ oorlog; maar de gezinsoorlog die hier met de goden wordt uitgevochten, slaat alles wat wreedheid tussen naasten betreft. De oorzaak van de doodsdriftige ziekte zit in de meest intieme kiem, in de moederschoot en het zaad. Daarmee valt geen banaal leven op te bouwen met een echtgenoot, ook al heet hij, dodelijk ironisch, Haemon (haimoon betekent bloederig, maar in zijn naam klinkt ook mee: hij die vaardig, bedreven is).
Bij het openbare, politieke leven het recht op correcte bescherming van het private leven bepleiten en het wangedrag een halt toeroepen: was dat niet de opzet van de Witte Mars destijds, tegen de ondoorzichtigheid van de zaak Dutroux en de kilheid van de rechtspraak in die dagen?
En is een minister van Buitenlandse Zaken die met argumenten uit het wetboek met droge ogen gevluchte families uiteen laat rukken, op het vliegtuig laat zetten, laat vasthouden in opvangcentra die op gevangenissen lijken, niet een Kreon die nog niet weet dat het bloed over zijn eigen hoofd kan neerkomen? De tijdloosheid van de tragedie is haar actualiteit.
De vrouw die in mijn teksten tot spreken komt, is aan het spreken voorbij. Er valt niets meer te ‘zeggen’ in het stuk dat ik voor ogen heb. De taal wordt er tot beeld van al het voorbije, het onmogelijke. Het is de taal van het verlangen voorbij de drempel van het leven, met de dood in het gezicht. Zo moet Antigone spreken. Als de bruid die zo in het leven is gegooid, dat ze er maagdelijk en dodelijk door is geworden. Haar kracht lijkt op die van een middeleeuwse mystica.’ (Bladzijde 212) Dit is fragment 111. Wordt vervolgd.