Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Er is iets, voorbij het verhaal van haar leven, dat haar lokt in de alles uitwissende ervaring van de dood – wat niets anders kan zijn dan een vooruitlopen op de herinnering. Iets onmogelijks. Een kloof, waarin ze moet verdwijnen. De gapende kloof van de voor eeuwig ‘schuine’ streep in de voet van haar oedipale vader/broer. Onuitwisbaar. The gap of the slash. Antigone spreekt met de stem van iemand wie de keel werd doorgesneden.
Sla op de trommels, vrouwen. Sla onze trommelvliezen aan flarden, zodat de eerste stilte terugkeert na de storm. Tympanisez la tragedie.
Philippe Lacoue-Labarthe:’ De tragische fout ligt in de imitatie van de goden. Dat is bij uitstek de waanzin van Antigone…’
Percy Bysshe Shelley:’ Sommigen van ons zijn in een vorig leven verliefd geweest op Antigone. Daarom vinden we geen vervulling in een sterfelijke band.’
Jacques Lacan: ‘Antigone – ze is niets anders dan de breuk, , die de aanwezigheid van de taal in het leven van de man – de mens, l’homme – teweegbrengt.’
George Steiner:’ Hoe zou de wereld eruitzien als de psychoanalyse niet van Oedipus, maar van Antigone was uitgegaan?’
Cees Nooteboom:’ Antigone kan nooit meer onschuldig zijn. Ze heeft zichzelf gelezen.’
Januari 1999- juli 2006’ . (Bladzijde 212-213) Dit is fragment 112. Dit was het hele essay.
Morgen verder met het essay ’Wateren van de geest’ van Roberto Calasso uit de bundel ‘De literatuur van de goden’. Het gaat vooral over Holderlin.