Weer verder met het essay ‘Incipit parodia’ van Roberto
Calasso uit de bundel ‘De literatuur en de goden’.
‘Dat is het grote nieuws dat Nietzsche aan het slot van ‘De vrolijke
wetenschap’ al had voorbereid en geïntroduceerd door het beeld te schetsen van
een ‘geest die naïef, dat wil zeggen ongewild en uit een overvloed van volheid
en jachtigheid met alles speelt wat tot dusver heilig, goed, onaanraakbaar en
goddelijk heette’, om zo vorm te geven aan het ‘ideaal van welzijn en
welwillendheid, menselijk of bovenmenselijk, een ideaal dat vaak genoeg
onmenselijk schijnen zal, bijvoorbeeld wanneer het post vat naast de hele tot nu
toe bekende aardse ernst, naast alle mogelijke plechtstatigheid in gebaar, woord,
klank, blik, moraal en taak, als de meest baarlijke, onvrijwillige parodie
daarop’. Jawel, de ‘parodie’ als toegeworpen handschoen – en meteen weten
we dat dit luchtige, gewaagde, zorgvuldig opgebouwde, fonkelende intermezzo
vooral dient om het moment te introduceren waarop, nogmaals, ‘het noodlot van
de ziel een keer neemt, de wijzer verspringt, de tragedie begint’.
Nog helemaal beduusd van het schitterende, bedrieglijk spektakel, het
onafzienbare, hilarische, onheilspellende schouwtoneel waarop – nog steeds met de
woorden van Nietzsche – ‘iets heel verschrikkelijks en boosaardigs staat te
gebeuren’ omdat, zoals gezegd, incipit parodia, beseffen we dat er veel te veel
tegelijk begint. Incipit tragoedia, incipit parodia, incipit Zarathoestra
(gesouffleerd door Dionysus). En plotseling weten we het antwoord, dat doodsimpel
is: het is telkens hetzelfde begin, hetzelfde tijdstip – en dat geldt niet alleen
voor Nietzsche, maar drukt een stempel op de hele toenmalige wereld. Toen hij
zover was kon Nietzsche niet nalaten Jacob Burckhardt nog een laatste briefje in
de symbolische handen te drukken:’Uiteindelijk was ik veel liever een professor
in Bazel dan God: maar ik had niet de moed mijn privé-egoisme zover door te
voeren dat ik daarom de schepping van de wereld achterwege zou laten.’ ‘
(bladzijde 58-59) Dit is fragment 17 en de laatste wat betreft dit essay. Morgen
een nieuw essay. Wordt vervolgd.
Nog steeds ben ik bezig met een hommage voor Holderlin. Project Ondertiteling.
Project Hommages 4.