Weer verder met het essay ‘Het ‘nee’ van de vader Over
Friedrich Hölderlin’ van Michel Foucault uit de bundel ‘De verbeelding van
de bibliotheek’.
‘De taal heeft zodoende een soevereine positie ingenomen; ze verschijnt alsof
ze van elders komt, van een plaats waar niemand spreekt; maar ze kan pas tot een
literair werk worden wanneer ze – terug naar de oorsprong van haar eigen vertoog
– haar spreken de richting uit laat gaan van deze afwezigheid. In die zin is
ieder werk een poging om de taal uit te putten; eschatologie is in onze tijd een
structuur van de literaire ervaring geworden en literaire ervaring is door
geboorterecht een ultieme ervaring. René Char heeft gezegd: ‘Toen de dam
instortte die de mensen hadden opgebouwd langs de reusachtige breuklijn die
getrokken was door de verdwijning der goden, probeerden woorden in de verte,
woorden die niet verloren wilden gaan, weerstand te bieden aan de buitensporige
druk. Op dat moment viel de beslissing over de heerschappij van hun betekenis. Ik
rende tot aan het einde van de diluviaanse nacht’.
In deze context neemt Hölderlin een unieke en voorbeeldige plaats in: hij heeft
openlijk een verbinding aangebracht tussen het werk en de afwezigheid van werk,
tussen de vlucht van de goden en het verloren gaan van de taal. Hij ontdeed de
kunstenaar van al zijn luister – als zou hij zijn tijd vooruit zijn, zekerheden
waarborgen en iedere gebeurtenis tot taalniveau verheffen. Hölderlins taal heeft
de epische eenheid die bij Vasari nog de overhand had, vervangen door een
schending die bepalend is voor ieder werk in onze cultuur, een scheiding die het
kunstwerk koppelt aan zijn eigen afwezigheid, aan zijn opheffing in een waanzin
die er vanaf het allereerste begin deel van uitmaakt. Hij heeft het ons mogelijk
gemaakt om op de hellingen van die onbereikbare top die hij beklommen heeft en de
grens vormde, plaats te nemen om daar, positieve viervoeters als wij zijn, de
psychopathologie van de dichter te herkauwen.’ (Bladzijde 52-53) Dit is
fragment 22. Dit was het essay van Michel Foucault. Wordt vervolgd.