Weer verder met het essay ‘Een last vakbrandhout: verlies en
belofte in Friedrich Hölderlins poëzie’ van Bart Philipsen uit de bundel
‘De mooiste van Friedrich Hölderin’.
‘Terwijl het objectief gezien een erg voor de hand liggende situatie was – de
Hofmeister en de (jonge) echtgenote, die beiden ‘aangeworven’ zijn door de
heer des huizes en kostwinner, die elkaar vinden via een gemeenschappelijke
interesse: de intellectuele, morele en emotionele opvoeding van de kinderen –
wordt de traumatische breuk met Susette alias Diotima een ervaring die
Hölderlins leven en werk diep heeft getekend.
Hölderlin vindt onderdak bij een jeugdvriend in het nabijgelegen Bad Homburg.
Isaac von Sinclair heeft een hoge positie in het bestuur van het
miniatuurgraafschap Hessen-Homburg, waar een relatief verlichte, kunstzinnige en
intellectueel open atmosfeer heerst. Politiek heeft het graafschap niet veel te
betekenen: het is dus een ideaal laboratorium voor de onbelemmerde
kruisbestuiving van literaire, filosofische en politieke ideeën. Hölderlin komt
er in contact met andere jonge intellectuelen en krijgt zin om het te wagen als
zelfstandige auteur. Een project om een eigen tijdschrift op te richten mislukt
echter. Wel ontstaan, naast theoretische opstellen over poëzie en de plaats van
de dichter in het tijdsgebeuren, de eerste versies van het treurspel ‘ De dood
van Empedokes’, over de Griekse natuurfilosoof uit Sicilië die volgens de
legende in de Etna zou zijn gesprongen om de verbroken relatie tussen cultuur en
natuur symbolisch te herstellen. Hölderlin verwerkt er zijn ideeën over
politiek, geschiedenis en natuur in, zijn lectuur van Rousseau natuurlijk en de
politieke actualiteit. Centraal-Europa is op dat ogenblik een crisishaard ten
gevolge van de Coalitieoorlogen van zowat alle belangrijke Europese machtsblokken
tegen de nieuwe Franse republiek en tegen haar nieuwe sterke man Napoleon
Bonaparte. Sinclair wordt als waarnemer naar het congres van Rastatt gestuurd,
waar zonder veel succes over de vrede onderhandeld wordt, en neemt Hölderlin
mee. Die komt er in contact met leeftijdgenoten die net als hij gefascineerd zijn
door de revolutionaire wind die vanuit Frankrijk waait, schrijvers in spe (de
meesten zijn piepjong) die essays, filosofische traktaten, gedichten en drama’s
schrijven.’ (Bladzijde 16-17) Dit is fragment 8. Wordt vervolgd.