Weer verder met ‘De mooiste van Friedrich Hölderlin’.
Samengesteld door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem; vertaald door Erik Derycke
en Geert van Istendael.
‘Aan de Duitsers
(Eerste versie)
Spot niet met het kind, wanneer het met zweep en sporen
Op een houten ros zich groot en dapper acht,
Want ook gij, Duitsers, zijt wel
Arm aan daden en vol gedachten.
Of komt, zoals de straal uit de wolken komt,
Uit gedachten de daad? Leven straks de boeken?
O mijn liefsten, grijp mij dan,
Laat mij boeten voor zoveel laster.’
(Bladzijde 35) Dit is fragment 3. Wordt vervolgd.