Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘De Archipelagos
Ver naar Cyprus voert hij zijn schip en verder, naar Tyrus,
noordwaarts naar Kolchis wil hij en zuidwaarts naar ’t oude Egypte,
om er purper en wijn te winnen en koren en huiden
voor de stad waar hij woont; ja, vaak zelfs voorbij aan de koene
Herculeszuilen dragen de zeilen van ’t schip hem, naar nieuwe
zalige eilanden draagt hem zijn droom, terwijl aan de oever
thuis een eenzame jongling zich ophoudt, – anders bewogen,
ziet hij de wateren aan, en grote dingen voorvoelt hij,
als, aan de voeten zo van de aarde-ontwrichtende meester
luistrend hij neerzit, en niet vergeefs onderwees hem de Zeegod.’
(Bladzijde 185) Dit is gedicht 44. Morgen verder met het gedicht ‘De
Archipelagos.